'The Intimacy Factor' Pia Mellody

Heb je een boek gelezen waar je veel aan had, meld het hier en vertel waarom.
Bericht
Auteur
Anna
Site Admin
Berichten: 18422
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#31 Bericht door Anna » zo jun 10, 2012 12:52 pm

Basisregels voor het praten met je partner

1. Beschuldig niet. Beschuldigen brengt je automatisch in de superieure positie. Het weerhoudt je van het communiceren over die dingen van waaruit jouw gevoel was ontstaan, en het ontneemt je partner de kans te weten waarom je je gedraagt zoals je je gedraagt.

2. Zeg niet tegen je partner wat hij of zij zou moeten voelen. Dit gebeurt constant in de superieure positie. Het is heel neerbuigend om anderen te vertellen dat jij meer over hun emotionele leven weet dan zij zelf doen. De meesten van ons vinden het al moeilijk om uit te vinden waarom we voelen wat we voelen, laat staan dat we dat voor anderen weten.

3. Ga geen raad geven. Anderen raad geven betekent dat je hen vertelt hoe zij hun probleem zouden moeten oplossen. Je vertelt hen dat zij een probleem hebben zonder uit te zoeken of zij zelf vinden dat zij een probleem hebben. Wat je in feite aan het doen bent is hun leven overnemen. De reactie daarop is dat ze in de verdediging gaan en jou buitensluiten.

4. Oordeel niet. Zo velen onder ons heiligen het concept ‘Fout’ alsof het het tegenovergestelde is van een absoluut ‘Goed’ dat wij zelf kennen, en dat anderen niet weten – maar wel zouden moeten weten. Het is niet zo verheven. Voor de meeste mensen betekent ‘Fout’: ‘wanneer jij buiten mijn waardesysteem opereert’. Wij geloven in dingen zoals hoe het toiletpapier moet hangen. Oordeel interfereert in de praatgrens wanneer we zeggen: ‘het is niet goed om het toiletpapier zo op te hangen met het papier aan de achterkant’, omdat we de superieure positie aannemen en een muur opzetten tegenover de reactie van onze partner. Corrigerend voor dit gedrag van je zou zijn op te merken dat je dit wilt gaan doen en je in te houden. Of als het toch naar buiten komt, te praten over hoe je tot je overtuiging kwam, zoals ‘in ons gezin waarin ik ben opgegroeid deden we het toiletpapier op die manier in de houder. Is het niet interessant dat we verschillende ideeën daarover hebben.’

5. Vul niet in wat je partners motief voor iets is. Je zegt daarmee dat jouw gedachteprocessen beter zijn dan die van je partner en dat je partner zelfs niet weet wat zijn of haar eigen motieven zijn. Je presenteert jezelf als de erudiete persoon die de werkelijke reden achter het gedrag van de ander kan identificeren en wat het gevolg daarvan zal zijn. Als je al over motieven moet praten doe het dan op deze manier: ‘Als ik dat soort gedrag vertoon, de reden waarom ik dat doe is ….’

6. Wees niet sarcastisch. Sarcasme is heel wreed. De Grieks mythologische oorsprong van het woord is sarkasmos, van sarkazein, het op de lippen bijten van razernij, van sarx, sark-, ‘het vlees’. Sarcasme is de basis van lockerroom-plagerij en lijkt wel alle niveaus van Amerikaanse conversaties te hebben besmet. Maar voor mensen die zijn opgegroeid in een sarcastisch gezin is het de eerste vorm van humor die ze leren kennen. Hoewel gezinsleden die sarcastisch tegen elkaar zijn zich niet op een relationele manier tot elkaar verhouden, ‘bijten ze in het vlees’. Als kinderen humor leren in zo’n gezin, gebruiken ze het zoals het in het gezin werd gebruikt – niet-relationeel, en met de bedoeling de ander te mishandelen vanuit de superieure positie. Sarcasme is een manier om intimiteit te vermijden door vijandigheid of emotionele beschaming te vermommen als humor.

7. Gebruik geen voor een ander moeilijk te begrijpen persoonlijk jargon. Persoonlijk jargon is schadelijk als het in de plaats komt van een oprechte poging de ander te informeren. Het zet de gebruiker ervan achter een muur van geheimzinnige superioriteit. Het is een manier om de ander uit de conversatie de duwen. Het impliceert dat je ofwel minachtend ofwel manipulatief bent door je superieur op te stellen.

8. Zeg niet ‘je begrijpt me echt helemaal niet’. Dit staat gelijk aan zeggen dat iedere vorm van een goede relatie tussen jou en je partner onmogelijk is, omdat je het hebt opgegeven. Het sluit je partner buiten van de relatie en daarmee van iedere verdere poging tot intimiteit. Hoewel het vaak een wanhopige poging is iemand jou te laten leren kennen door je pijn te dramatiseren. Dan is het een schreeuw om intimiteit, ook al is die disfunctioneel.

9. Ga niet schelden. Iemand in zijn gezicht uitschelden is een vorm van grenzenschending en een aanval op iemands persoonlijke waarde. Als je je schuldig hebt gemaakt aan schelden zou het gepast zijn voor de persoon die jij hebt mishandeld boos op je te worden, zich te verbergen achter een muur tegen jouw aanval, en van achter die muur jouw menselijkheid te ontkennen. In een minder kwaadaardige vorm is een zelfbedachte naam geven aan je partner een manier om je die persoon toe te eigenen, wat zijn of haar mens-zijn versimpelt zodat je hem in je hand kunt houden. Als je een huisdierenkoosnaampje voor iemand hebt en alleen jij dat mag gebruiken, ‘bezit’ je die persoon op een bepaalde manier en stop je het mens-zijn van de ander in een fles met de levensloosheid van een label.

In de voorbeelden die nu volgen, zie je hoe het hanteren of schenden van de praat- en luistergrens het gewone leven overnemen.

Vast op het vliegveld
Charles, een reclame account executive en zijn aantrekkelijke vrouw Natalie, die hij had meegenomen om zijn cliënt te charmeren, is net aangekomen op het vliegveld van zijn reis naar Europa. Charles is vergeten zijn secretaresse te bellen om een chauffeur te regelen om hem op te halen en nu moeten ze anderhalf uur wachten na een uitputtende reis. Hij heeft net toegegeven dat hij dit vergeten is. Natalie reageert op de volgende manier:

“Het enige waar je aan kunt denken is je werk (1. beschuldiging). Als ik jou was zou ik me schamen (2. zeggen wat hij moet voelen). Waarom gebruik je je Palm Pilot niet (vert. soort digitale agenda) om je te helpen herinneren zodat je niet zulke blunders maakt als deze (3. raad geven). Je gedrag is absoluut immoreel (4. oordeel). De enige reden waarom je me hebt meegenomen op deze reis is om al die tijd goed te maken dat je me verwaarloosd hebt (5. motief invullen). Dat is zeker wat jullie Meesters van het Universum 'gewoon werk' noemen (6. sarcasme). Als dit geen geval van passieve agressie camouflage is, eet ik mijn hoed op. ‘Plus ça change, plus c’est la même chose’ (7. privé jargon). Maar waarom zeg ik dit eigenlijk tegen je? (8. ‘je begrijpt me toch niet’). Laten we eerlijk zijn, je bent gewoon een egoïstische zak’ (9. schelden).”

Gelukkig voor onze didactische doeleinden heeft Natalie alle basisregels geschonden van het praten tegen je partner. Als ze haar praatgrens had gehanteerd in plaats van het schenden van ieder principe van functioneel praten, zou ze gezegd kunnen hebben:

“Terwijl ik hier sta realiseer ik me dat het anderhalf uur gaat duren voor de chauffeur hier is. Ik merk dat ik me daar behoorlijk boos over voel. Dit is in het verleden al drie keer gebeurd en dat is een probleem voor mij. Kunnen we hierover praten en proberen het op te lossen?”

Anna
Site Admin
Berichten: 18422
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#32 Bericht door Anna » wo jul 24, 2013 1:44 pm

De televisie en de huisgenoten
Twee huisgenoten, Josh en Sam, wonen in een stad in een klein appartement. Josh kijkt altijd televisie in de gemeenschappelijke kamer als hij thuis is, en dat is heel vaak. Dit creëert een probleem voor Sam’s privacy, en hij is steeds geïrriteerder geworden. Sam heeft eerder wel beleefde, pijnlijk zelfbewuste verzoeken gedaan aan Josh of hij wat minder televisie wil kijken, maar hij heeft nooit echt duidelijk gemaakt hoeveel last hij hiervan heeft. Uiteindelijk loopt Sam, niet meer in staat zijn irritatie in te houden, naar zijn huisgenoot de tv-kijker, gaat twee meter bij hem vandaan staan en zegt:

“Ik kan het niet meer hebben. Je bent zo respectloos. We hebben hier nu zes maanden samen gewoond en je hebt de tv onophoudelijk aan. Je zou je meer bewust moeten zijn van je verplichtingen naar mij toe. Je bent echt ongevoelig. Waarschijnlijk probeer je me duidelijk te maken wie hier de baas is. Ja, alsof jij meneer Big Shot bent (vert. bijnaam van Chauncey Ray Billups, zeer succesvolle basketbalspeler). Misschien is er iets mis met je gehoor. Je bent egocentrisch en egoïstisch, en je hebt geen idee hoe je moet samenwerken. Je interfereert in mijn leven, en ik heb geen zin om dit nog langer zo te doen. Waarom je gedraag je je als zo’n aso?”

Vergelijk het hierboven geschrevene met een benadering waarbij de praatgrens wordt gehanteerd. Sam zou Josh ook kunnen benaderen en iets dergelijks kunnen zeggen, waarbij hij op een niet-bedreigende afstand van hem blijft:

“Kunnen we praten over iets wat mij dwars zit? Ik weet dat je ervan houdt tv te kijken, en de mate waarin je dat doet is niet prettig voor mij. En wat ik denk is dat je geen rekening houdt met hoe ik me voel, en ik voel schaamte en boosheid. Kunnen we onderhandelen over de tijden dat jij tv kijkt, of dat jij op sommige tijden tv kijkt met een koptelefoon op als ik er een voor je koop? Vind je het oké als ik binnenkom en je vraag of je het geluid wat zachter kunt zetten als het voor mij te hard staat?”

Zoals dat gaat in het leven zal deze eerste poging in het praktiseren van grenzen niet het gewenste effect hebben. Wat erop volgt is een disfunctionele reactie van de kant van de televisie verslaafde.

“Nou dank je wel hoor, konijnenoor. Ja, ik wist wel dat er iets aan de hand was met jou. Je ziet er de laatste tien dagen zo sacherijnig uit. Het werd eens tijd dat je ging zeggen wat je op je lever hebt. Je weet dat ik al eens tegen je gezegd heb dat je niet uitspreekt wat je dwars zit en dat irriteert me mateloos. Waarom ben je zo’n watje? En wat de televisie betreft, gezien het feit dat ik hier huur betaal, heb ik het recht televisie te kijken wanneer ik dat wil, en als jou dat niet bevalt, er is een bibliotheek waar je naartoe kunt gaan. Die is hier vlakbij.”

Laten we ons eens voorstellen dat Sam de zwarte band in luistergrenzen heeft en in staat is om beheerst te zijn (misschien zelfs de ‘Serenity Prayer’ in zichzelf heeft gezegd *). Hij zegt:

“Ik weet dat het ter sprake brengen van dingen die mij dwars zitten niet mijn sterkste kant is. Dat is heel moeilijk voor me. Het heeft me heel wat tijd gekost voor ik de moed bij elkaar had om er met jou over te praten, en het kan zijn dat dit iets is wat we niet kunnen oplossen. Misschien zullen we moeten besluiten dat we niet samen kunnen wonen. Maar ik ben bereid erover te praten en te kijken of we een middenweg kunnen vinden.

*) ‘Serenity Prayer’: het 'gebed om innerlijke rust'. De tekst hiervan is te vinden in de teksten van onze Online Norwoodgroep: http://www.norwoodgroep.nl/agenda_online.html

Sam negeert de scheldwoorden die voor hem werden gebruikt. Hier gebruikt hij diplomatiek zijn muur van bescherming, aangezien deze niet kloppen met zijn eigen beleving van hemzelf. Hij heeft het recht zich daar voor af te sluiten ten behoeve van de relatie als hij er nog steeds in geïnteresseerd is die voort te zetten.

Te veel tijd en geld gespendeerd in een café
Dave en Emily zijn pas getrouwd en heel erg verliefd. Aan het eind van de maand, als Emily het checkboek controleert ziet ze dat Dave veel geld uitgeeft in een café. Ze denkt niet dat hij alcoholist is, maar ze is wel erg ontdaan over al het geld dat hij daar uitgeeft. Ze is bang om er met hem over te praten, want ze wil hem niet irriteren, maar uiteindelijk wordt het haar te veel en, haar praatgrens hanterend, zegt ze het volgende tegen hem:

“Ik ben door het checkboek gegaan, en ik heb gezien dat je veel geld hebt uitgegeven in een café in de buurt. Onze financiën laten sowieso al niet zoveel ruimte, en ik ben boos dat je zoveel geld uitgeeft zonder daar met mij over te praten. En ik heb ook allerlei vermoedens over wat je daar doet in dat café – over vrouwen die daar zijn en waarom ik word buitengesloten buiten jouw sociale leven, en ik ben echt heel boos hierover.”

De giftige, disfunctionele reactie van Dave is:

“Luister, Em, heb je wel eens de uitdrukking gehoord ‘Alleen maar werken en geen spelen’? Ik moet mij ook wel eens kunnen ontspannen, en wat dat met vrouwen betreft, vertrouw je me dan helemaal niet? Je bent echt een bemoeial. Ik denk dat je er niets aan kunt doen dat je net als je moeder bent, die overal ontrouw ziet. Dat is niets nieuws. Hoe kan ik jou dat nou duidelijk maken. Begrijp je dan helemaal niets van mijn behoeften? Hoe lang zijn we nu getrouwd? Ik begrijp niet waar jij het recht vandaan haalt om zo verdomd wantrouwig te zijn. Wees mijn vrouw – en niet een of andere privé detective.”

Dit is wat hij had kunnen zeggen als hij zijn praat- en luistergrenzen op een goede manier had gehanteerd:

“Ten eerste, Em, vind ik het heel naar voor je dat je deze gevoelens hebt. Als ik al die uitgaven had gezien aan dat café, zou ik me ook afgevraagd hebben wat daar misschien gebeurd was. Maar je weet hoeveel spanningen ik de laatste tijd op mijn werk heb, en ik geef toe dat ik aan het eind van de dag, naar het café ben gegaan en een paar wodka’s heb gedronken en stoom heb afgeblazen met de andere jongens. En een paar keer heb ik in plaats van naar de bank te gaan geld gecasht in het café. Ik zie dat het nogal egoïstisch van me was om dat niet te zien. Ik ben je excuses verschuldigd daarvoor en voor het uitgeven van het geld.
Kunnen we misschien als volgt doen? Wat ik wil voorstellen is dat we ervoor gaan zitten en door de financiën gaan en een soort budget vaststellen. Dat we kijken hoeveel besteedbaar inkomen we hebben nadat we geld opzij hebben gelegd voor de basisuitgaven, zodat we beiden een gelijk bedrag hebben dat we vrij kunnen besteden iedere maand. Als een van ons meer geld uit wil geven dan dat, dan praten we erover en onderhandelen tot we iets hebben wat redelijk en eerlijk is.”

Misschien is dat niet het einde van hun discussie. Misschien is er wel een punt over het feit dat Dave alcohol nodig heeft om te kunnen ontspannen. En misschien heeft Emily een verlatingsprobleem dat terug te voeren is op haar moeders jaloezieproblemen met haar eigen man. Door zich beschaafd te gedragen met elkaar, door hun praat- en luistergrenzen te hanteren, zorgen ze goed voor hun intimiteit. Ze blijven open naar elkaar toe, en als het moment komt dat er andere problemen zijn om over te praten, zullen ze de vaardigheid en toewijding ontwikkeld hebben om op een gezonde manier het hanteren van grenzen in praktijk te brengen.

De telefoonrekening
Loretta, die haar maandelijkse telefoonrekening bestudeert, merkt op dat er telefoongesprekken naar Europa in rekening zijn gebracht die zij zelf niet heeft gevoerd. Door de data die er bij staan, gaat ze er vanuit dat de gesprekken gedaan zijn door Sophia, een Italiaanse vriendin van haar die bij haar gelogeerd heeft in deze periode. Omdat ze meer wil weten over deze in rekening gebrachte gesprekken, belt ze Sophia, die nu weer terug in Italië is, en zegt:

“Sophia, ik heb net een paar in rekening gebrachte bedragen voor telefoongesprekken naar Rome gevonden van de tijd dat jij hier logeerde. Ik weet dat jij die gemaakt moet hebben en ik ben boos op je omdat je eigenlijk van me gestolen hebt door mijn telefoon te gebruiken zonder dat aan mij te vragen. Sinds wanneer ben jij zo stiekem? Je zult me wel niet genoeg vertrouwen om mij de waarheid te vertellen. Wat heb ik gedaan dat je me zo behandelt? Ik dacht dat jij beter wist. Wat heb je hierop te zeggen?”

De hierboven beschreven reactie is erg grenzeloos. Het is beschuldigend, gissen naar motieven. Het is sarcastisch en laat geen ruimte voor onderhandeling.
Als Loretta goede praat grenzen had gehanteerd, zou ze hebben kunnen focussen op de waarheid, maar die waarheid vertellen op een respectvolle manier. Dan zou het zo hebben kunnen klinken:

“Ik zag dat er telefoonkosten zijn gerekend voor telefoongesprekken naar Italië van de tijd dat jij bij me logeerde. Ik denk niet dat die telefoongesprekken door mij zijn gedaan en ik vroeg me af of jij die misschien hebt gedaan.”

Op deze manier opent ze de conversatie zonder beschuldiging, zodat ze informatie kan verzamelen voordat ze een uitspraak doet die op de feiten gebaseerd is. En als Sophia op een functionele manier reageert, zal ze misschien zeggen:

“Ja, ik heb inderdaad gebruik gemaakt van je telefoon en ik ben vergeten je dat te vertellen. Mijn excuses daarvoor. Zeg me maar wat ik je schuldig ben dan zal ik het je vandaag nog overmaken.”

In dit scenario geeft Sophia, de luisteraar, de waarheid toe die haar verteld wordt. Ze hoeft geen smoesjes te bedenken. Ze toont zich bereid om het goed te maken, en dan is de zaak opgelost. Misschien zal Loretta zich afvragen hoe haar vriendin het voor elkaar krijgt om te vergeten voor deze telefoongesprekken te betalen, maar dit is een goed moment voor diplomatie in de relatie en daar overheen te stappen, tevreden dat de rekening zal worden betaald en dat Sophia een eerlijke uitspraak heeft gedaan over haar aandeel in deze situatie.
Maar als Sophia had besloten om zich afwerend op te stellen met een disfunctionele houding, zou ze misschien iets als dit zeggen:

“O dus dat is wat jij verstaat onder gastvrouw zijn? Je gaat me kosten in rekening brengen alsof ik een betalende klant ben! Dat is niet mijn idee van gastvrijheid. Ben je soms een herbergier? Ik kan je ervan verzekeren dat als je bij mij thuis zou komen, je zoveel van de telefoon gebruik kon maken als je maar wilde. ‘Mi casa es su casa.’ Nou, als je dan zo’n gierigaard bent moet ik je zeker ook rente er bij betalen. Ik ga de volgende keer wel in een hotel.”

En dan nog niet tevreden met het gif dat ze uitgestort heeft, bereikt Sophia een crescendo en voegt er nog aan toe:

“Ik wil dat je iets goed begrijpt – ik hou van jou. Dat je dat weet. En ik had zeker niet verwacht daar zoiets voor terug te krijgen. Ik denk dat ik je wel nooit zal kunnen begrijpen.”

Het zal enige ervaring vereisen om de luistergrens te kunnen hanteren en te kunnen reageren op een functionele manier op dit soort vijandige en manipulatieve communicatie. Het wapen van iemand die je aan het aanvallen bent vertellen dat je van hem of haar houdt is een bijzonder giftige tactiek. Hier volgt hoe een gezonde manier van reageren van Loretta zou kunnen klinken:

“Als ik zo naar je luister, realiseer ik me dat je me zojuist liefdeloos hebt genoemd, en me hebt beschuldigd van niet-royaal en niet-gastvrij te zijn. Wat ik denk dat hier aan de hand is is dat jij en ik vanuit verschillende waardesystemen werken met betrekking tot het iemand in je huis hebben. En dat doet me verdriet, want ik zie dat het onze relatie echt schade heeft gedaan.
Maar luister, wat ik zou willen dat je in de toekomst doet, als je hier weer logeert – en je bent nog steeds helemaal welkom hier – als je mijn telefoon gebruikt voor internationale gesprekken, zou ik graag willen dat je me dat vertelt. En als het bij elkaar, laten we zeggen meer dan 20 dollar kost, zou ik het fijn vinden als je me dat terug betaalt.
Misschien kunnen we hier op een later tijdstip nog eens over praten, als we allebei niet meer zo ontdaan zijn. Vind je dat oké?”

In de loop van haar grenzeloze respons, heeft Sophia, behalve haar andere fouten op het gebied van grenzen, zich schuldig gemaakt aan een andere grenzenschending – ze gebruikte scheldwoorden voor haar vriendin en viel haar direct aan op haar waarde als mens. Daarom zou een begrensde reactie van Loretta er een kunnen zijn waarmee ze die grenzenschending van Sophia benoemde:

“Toen je me liefdeloos, ongastvrij en een vrek noemde, dat is in mijn ogen uitschelden en dat is een mishandelende manier van omgaan met mij, waarmee je mijn waarden als mens aanvalt, en daar ben ik heel boos over. Als we in de toekomst discussie hebben over dingen waar we het niet over eens zijn, zou ik het fijn vinden als je niet meer zulke woorden voor mij gebruikte.”

Anna
Site Admin
Berichten: 18422
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

Re: 'The Intimacy Factor' Pia Mellody

#33 Bericht door Anna » zo mei 21, 2023 2:46 pm

Mensen die niet kunnen voorzien in hun eigen behoeften omdat ze zich volledig wijden aan de behoeften van anderen kunnen geen relatie hebben. Door te ontkennen dat ze zelf behoeften hebben, ontnemen ze hun partner de mogelijkheid interdependent te zijn, als gever en als ontvanger. De dienstbaarheid van wensloze en behoefteloze mensen lijkt zielloos, afkomstig van mensen die het contact met hun gevoel van eigen wensen en behoeften kwijt zijn. Deze mensen lopen een grote kans te worden afgewezen, ondanks hun schijnbare welwillendheid om te geven, omdat hun partner zal voelen dat hij of zij gemanipuleerd wordt om iets aan de gever te geven wat de gever zelf nodig heeft maar wat die gever niet zal uiten. De ontvanger zal een verplichting voelen om dankbaar te zijn, maar voelt dat het geschenk gegeven wordt vanuit een gevoel van ongemak, een beschadiging.

Ontluikende ratio, of het beginnend verstandelijk vermogen de waarheid te herkennen, is een ander kenmerk van het authentieke kind. Alle menselijke kinderen hebben de kiem, of ‘chip’ van de rede – wat de Griekse filosofen logos noemden. Hun geest, wanneer deze goed gevoed werd, zal leren het verschil te herkennen tussen waarheid en vergissing; om relevante gegevens te onderscheiden van irrelevante gegevens; om gemeenschappelijke noemers en analogieën [overeenkomsten] te kunnen zien in complexe gegevens; en te kunnen inschatten wat leidt tot succes en wat tot mislukking in gewone dagelijkse taken.

Onvolwassen ouders kunnen zich ongemakkelijk voelen wanneer een kind zijn waarheid begint te ontdekken. Bijvoorbeeld, een kind kan zijn vader op de grond zien liggen op het kleed in de woonkamer met zijn gezicht naar beneden en ruikend naar alcohol en met een fles whisky naast hem. Hij rent naar zijn moeder en zegt dat papa is flauwgevallen in de woonkamer. Het kind vraagt of papa dronken is. Het beschamende antwoord van moeder is dat hij niet dronken is maar dat hij gewoon een dutje doet. Ze poeiert het kind af door hem te zeggen dat hij buiten moet gaan spelen. Wat na verloop van tijd met dit kind gebeurt als hij aldoor met dit soort ontkenning van de waarheid wordt geconfronteerd is dat hij begint te twijfelen aan zijn eigen waarneming. In zijn natuurlijke zelf-gecenterd zijn zal het kind het idee ontwikkelen dat hij niet in staat is om te zien wat waar is en wat niet waar is. Als hij volwassen wordt zal hij de grootste moeite hebben met weten wat zijn eigen waarheid is en daar verantwoordelijkheid voor te kunnen nemen. Hij zal altijd leven in reactie op wat andere mensen denken dat er gebeurt, in de veronderstelling dat de inschatting van anderen beter is dan zijn eigen beschadigde beoordelingsvermogen. Hij schenkt geen of weinig aandacht aan wat er in hemzelf omgaat.

Mensen die twijfelen aan hun eigen waarheid kunnen nooit echt zijn tegenover hun partner. Ze kijken altijd naar hun partner zodat ze zich kunnen aanpassen aan de beoordeling van de waarheid van hun partner. “Nee, vertel me wat jij over de situatie denkt”, is hun geliefde antwoord. Ze worden wat ze denken dat hun partner nodig heeft. Hun ware zelf komt nooit naar boven in de relatie, en de partner krijgt het gevoel dat ze afgesneden zijn van elkaar – dat de partner inderdaad in de steek is gelaten door gebrek aan een authentieke aanwezigheid om contact mee te hebben.

Een variatie van het thema mishandeling door de ouders met betrekking tot het kenmerk ratio gebeurt wanneer de ouder misvattingen van de werkelijkheid bij het kind ongecorrigeerd laat. De ouder daagt het kind niet uit en helpt hem niet helder te leren denken. Het kind heeft zijn moeder misschien verteld dat de reden waarom hij een hekel heeft aan school is dat de lerares de rijke kinderen in de klas voortrekt. De moeder schaart zich achter de smoes van haar zoon, waarbij ze misschien iets van haar eigen strijd op school op hem projecteert. “Je hebt gelijk, Tommy. Je moet die rijke kinderen niet vertrouwen. Die weten geen moer. Mensen zoals wij weten alleen hoe het werkelijk zit”. Dit kind groeit op in de overtuiging van zijn waanidee. Hij heeft echt het idee dat hij het allemaal weet en gedraagt zich daar ook naar. Als hij een relatie krijgt kan hij er niet tegen de mening van zijn partner te horen als die in strijd is met die van hem. Hij gedraagt zich respectloos en intolerant. Hij wordt een ‘offender’ – iemand die het recht van zijn partner om uiting te geven aan haar eigen waarheid onderuithaalt.

Ouders die op een volwassen manier omgaan met het authentieke kenmerk van ontluikende ratio besteden veel tijd aan het luisteren naar en het ondersteunen van hun kinderen bij het uitdrukken van hun gedachten en gevoelens, en door hun tijd en vertrouwen te geven om te vertellen wat er in hen omgaat. Als de ouders horen dat hun kinderen verwikkeld zijn in misvattingen, bieden ze hun een bruikbare vervanging aan van die realiteit overeenkomstig de logica en hun ervaring. Volwassen ouders kunnen dit doen zonder hun kinderen te beschamen waardoor de kinderen zouden kunnen denken dat er iets mankeert aan hun eigen denkprocessen.
Deze kinderen die vertrouwen hebben in hun vermogen de waarheid te leren kennen, hebben niet alleen profijt van wat zij leren maar ook van het proces zelf. Ze leren dat het ontdekken van de waarheid ook inhoudt dat je fouten maakt en misleid wordt. Ze leren niet bang te zijn of zich vernederd te voelen door fouten te maken in de zoektocht met een open mind naar bewijs en de waarheid. In relaties zijn ze niet bang om hun waarheid te uiten zoals zij die zien en zich te laten leiden door de waarheid als ze die horen van hun partner. Dit vermogen om de waarheid te horen en zich erdoor te laten veranderen is een les in nederigheid.

Volwassen ouders leren hun kinderen dat het niet allemaal weten niet iets is om je voor te schamen. Als deze kinderen hun eigen waarheid hebben in een relatie en hun partner stelt deze ter discussie, zijn ze in staat vast te houden aan hun eigen waarheid terwijl ze ondertussen onderzoeken wat die ander hen vertelt. Ze hebben het kernvermogen ontwikkeld om van gedachten te veranderen zonder daarbij het gevoel te hebben dat er iets aan hen mankeert.

>>>>
Het vijfde kenmerk van het authentieke kind is gepaste onvolwassenheid. Een kind moet zich op haar gemak kunnen voelen wanneer het zich gedraagt overeenkomstig haar leeftijd. Ze moet het niet nodig hebben macht te hebben die ze nog niet heeft, of wijsheid en beoordelingsvermogen die ze nog niet heeft. Op zesjarige leeftijd moeten er geen dingen van haar verwacht worden die horen bij een kind van twaalf. Op veertienjarige leeftijd moet ze geen goedkeuring hoeven zoeken door zich zo hulpbehoevend en ongedisciplineerd te gedragen als een kind van zes.
Een onvolwassen ouder zal een klein meisje prijzen door te zeggen dat ze pas acht jaar oud is maar dat ze door de manier waarop ze zich gedraagt wel veertien lijkt. De ouder laat het dan toe dat er bij de dochter een ongepaste volwassenheid wordt gecreëerd zodat het kind de ouders op hun gemak kan stellen. De ouder vraagt van het kind de zorg op zich te nemen voor de ouder. Het kind krijgt niet de kans kind te zijn.
Het kind probeert haar plek in het gezin te krijgen door haar pogingen volwassen te zijn. De veiligheid die ze heeft gewonnen door haar spontaniteit te beheersen heeft daarentegen van haar geëist haar vrijheid om echt te zijn te ontkennen. Ze wordt uiteindelijk iemand die vervreemd is van haar zelf door in ernstige mate haar natuurlijke bruisende energie te beheersen die past bij haar echte leeftijd. Ze weet niet wie ze werkelijk is. En in volwassen relaties zal ze proberen zichzelf en anderen onder controle te houden.
Controlerende mensen geven de boodschap aan hun partners dat hun partner niet het recht heeft te zijn wie hij of zij is. Wie de partner is is fout. Deze mensen die zo “losgeslagen zijn in het willen hebben van controle” [out of control with being in control] zullen anderen beschamen en moeilijk zijn in de omgang.

Ouders die onvolwassen zijn met betrekking tot het kenmerk van gepaste onvolwassenheid van een kind zullen een kind aanmoedigen zich jonger te gedragen dan haar leeftijd. Als een kind van tien een driftbui heeft zoals een kind van twee dat zou doen, zullen de ouders toegeven aan deze kinderlijke uitbarsting alsof ze er een gevoel van beloning uit halen zoals ze die krijgen in de eerste jaren wanneer het kind nog volkomen hulpeloos is en totaal afhankelijk van de ouders. Als de ouder dit soort beloning blijft zoeken terwijl het kind de babyleeftijd voorbij is, kan deze ouder het kind ernstige schade toebrengen. Dit kind wordt aangemoedigd om zich onbeheerst te gedragen. Ze wordt volwassen met een beschadigd vermogen om haar emoties en begeertes te beheersen. Ze is het soort volwassene dat doet waar ze zin in heeft. Ze is “in controle in het losgeslagen zijn” [in control of being out of control] waarbij ze haar invloed in relaties bepaalt op grond van wat ze in haar jeugd heeft geleerd – dat ze het recht heeft zich uit te drukken zonder de beheersing die gepast is voor haar leeftijd. Je kunt geen relatie hebben met zo iemand. Het enige wat je kunt doen is haar uit de weg gaan. Mensen die hebben geprobeerd een relatie te hebben met de onbeheerste begeertes van verslaafden hebben deze les op een pijnlijke manier geleerd.

Volwassen ouders zullen weten wat ze kunnen verwachten in ieder ontwikkelingsstadium. Ze zullen hun kinderen zorgvuldig toestaan zich te gedragen naar hun leeftijd, en als die zich niet naar hun leeftijd gedragen zullen de ouders hen daarop aanspreken en daarbij een uitleg en een beschrijving van de consequenties geven als ze doorgaan met dit ongepaste gedrag. De kinderen leren dat ze niet maar kunnen doen waar ze zin in hebben, dat er altijd de verwachting is dat ze zich gedragen naar hun leeftijd. Er wordt aan de kinderen informatie en instructies gegeven over wat gepast gedrag is bij welke leeftijd en ze krijgen letterlijk ondersteuning in het volwassen worden. Later, als volwassenen zullen ze het onderscheid kunnen maken tussen volwassen en onvolwassen gedrag.
Omdat ze weten dat ze zich moeten gedragen als volwassenen verschaffen zij hun partner de ervaring van met een andere volwassene te doen te hebben, in plaats van heen en weer te gaan tussen volwassen gedrag en kinderstadia. Als een dergelijke stabiliteit afwezig is, zal de partner er nooit zeker van zijn wie hij of zij voor zich heeft en zal hij of zij zich droevig genoeg maar wijselijk terugtrekken uit de relatie.

De manier waarop de kenmerken van het authentieke kind worden gevoed vormt de psyche van de volwassenen die de kinderen zullen worden. Bij ieder kenmerk is er een weg die meer leidt naar een gezonde manier van zijn dan naar disfunctie, en een weg die meer leidt naar disfunctie dan naar een gezonde manier van zijn. De weg die kinderen nemen zal hen onafwendbaar gewezen worden door de gesprekken die hun ouders of verzorgers in hun hoofd hebben ingeprent. Dit worden de bandjes die worden afgedraaid in hun hoofd en hart, zelfs wanneer ze volwassen zijn en denken dat ze hun kindertijd achter zich hebben gelaten. Wat zeker is is dat kinderen leren hoe ze contact en relaties moeten aangaan met andere mensen door hoe ze dit ervaren hebben met hun eigen verzorgers – voornamelijk met hun eigen ouders.

Wanneer kinderen hun taalvermogen ontwikkelen en luisteren naar de taal van de ouders, beginnen ze een gevoel te ontwikkelen van wie zij zijn. Ze horen zowel de stem van hun authentieke zelf als die van hun verzorgers. Als de stemmen van hun verzorgers in strijd zijn met die van hun authentieke zelf, passen ze zich aan onder de onontkoombare invloed van het mishandelende gesprek dat de ouders met hen hebben. Ze zullen leren twijfelen aan hun vermogen om de waarheid te kennen. Ze zullen misschien bang zijn voor interdependentie [onderlinge afhankelijkheid]. En de uitbundigheid van hun jeugdige energie ontkennen. En misschien minachting ontwikkelen voor de mening van anderen. En ze zullen waarschijnlijk denken dat het hun taak is voor anderen te zorgen ten koste van henzelf. In al deze vervormingen van het authentieke zelf horen ze met elkaar strijdende stemmen van binnen. Ze leren een conversatie met zichzelf te hebben die het voor hen onmogelijk maakt authentiek te zijn.

Herstel gaat over het veranderen van deze conversatie die in onze hoofden is geplaatst door een opvoeding van onvolwassen, mishandelende [disfunctionele] ouders. Het begrijpen van de inhoud van deze strijdende interne stemmen is van cruciaal belang voor ons en voor onze therapeut. Voordat we enig idee hebben waar herstel eigenlijk om gaat, is het onmogelijk voor ons aan deze oorlog in ons hoofd te ontkomen. We denken dat de pijn van deze door elkaar klinkende wanklanken is wat we ons ‘zelf’ noemen en we staan onszelf toe ons vanuit dit zelf met deze wanklanken te gedragen [act out].

Wanneer we onze eerste stap naar herstel doen, beginnen we te begrijpen en te voelen dat de oorlog tussen die stemmen bij ons van binnen bemiddelbaar is door een volwassen stem die ons door het toejuichen en in ere herstellen van onze authenticiteit en onze imperfecte perfectie een gevoel van vrede geeft in onze menselijkheid. Het ontdekken van de volwassen stem bij ons van binnen is een vreugdevolle ervaring. Het brengt ons terug naar een gevoel van eigenwaarde en het brengt ons in de positie gezonde intimiteit te ervaren en daarvan te genieten.
Maar voordat we deze volwassen stem bij ons van binnen vinden, moeten we er eerst achter komen hoe en wanneer de stemmen van onze mishandelende jeugd bij ons geïmplanteerd werden. De leeftijd waarop dit gebeurde is belangrijk, omdat vroeg trauma een egostaat teweegbrengt die nogal verschilt van die door later trauma.

Laten we gaan onderzoeken hoe we licht kunnen werpen op de leemtes in onze kindertijd waar die interne stemmen tot leven werden geroepen.

Anna
Site Admin
Berichten: 18422
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

Re: 'The Intimacy Factor' Pia Mellody

#34 Bericht door Anna » zo mei 21, 2023 3:28 pm

4. HET HELE PLAATJE

De waarheid zoals die is beschreven in de Christelijke openbaring bevat de erkenning dat het onmogelijk voor een mens is om de gehele waarheid te weten noch om te vermijden te pretenderen dat hij dat doet.
- Reinhold Niebuhr (schrijver van de ‘Serenity Prayer’), Beyond Tragedy

Mensen die het trauma overleven dat hen is aangedaan door het systeem van een disfunctioneel gezin, ontwikkelen complexe manieren om de pijn te (ver)dragen, en ontkennen de waarheid omtrent de manier waarop ze behandeld zijn. Als kind hebben ze geleerd hun authentieke gedachten en gevoelens te verbergen en te verdraaien. Ze ontkennen de gedachten en emoties die geassocieerd worden met traumatische gebeurtenissen en de opvoeders die daarvoor verantwoordelijk waren. Ze verbergen kwetsbare emoties achter minder kwetsbare emoties. Bijvoorbeeld, ze verbergen hun angst achter minachting, of hun pijn achter boosheid, of hun gevoel van waardeloosheid achter woede. Deze vormen van verbergen gaan door tot in de volwassenheid en beschadigen hun vermogen om een goede relatie te hebben op ieder moment dat de oude, onuitgewerkte traumatische herinneringen getriggerd worden. Herstel van kindertijdtrauma begint met het onderzoeken van wat er nou precies met hen als kind is gebeurd, wat ze voelden toen het gebeurde, en hoe dit trauma hun zelfbeeld en hun verwachtingen wat relaties betreft vervormd heeft.

De manier waarop we onze trauma-achtergrond onderzoeken vereist dat we eerst benoemen wie onze verzorgers/opvoeders waren; meestal zijn dat onze ouders, maar de cirkel kan groter zijn en een coach, dokter, priester, oom of tante omvatten. We proberen terug te halen wat voor emotie we associëren met ieder van hen. Waren die ‘hulpeloos’, ‘luid’, of ‘bang’? ‘Krachtig’, ‘gedwee’, of ‘uitgeput’? ‘Gewelddadig’, ‘seksueel’, ‘boos’, ‘stil’, of ‘koud’? Deze adjectieven helpen ons de emoties te herinneren die deze verzorgers bij ons teweegbrachten. Met deze informatie kunnen we de landkaart gaan maken van hoe de verzorgers zich tot elkaar verhielden. Als moeder ‘zwak’ was en vader was ‘boos’, dan begint zich een plaatje van het gezinssysteem af te tekenen door wie en hoe het trauma waarschijnlijk is aangedaan.

Een sleutel tot herstel is dat patiënten het hele plaatje gaan zien. Hoe meer ze weten over dit proces, hoe beter ze het ondergaan. Ik geloof niet in het Freudiaanse model van een zwijgende, onzichtbare therapeut die niets aan de patiënt vertelt over het evolutieproces van zijn problemen. Ik heb in hoofdstuk 1 al geschreven over de therapeuten die ik in het begin ontmoette in mijn behandeling – hoe zij zich tot hun patiënt verhielden in een superieure houding [one-up] positie en hoe disfunctioneel dit was als de abjecte patiënten die zich verhielden tot de therapeut vanuit de onderdanige positie [one-down; zie blz. 8 zowel in dit document als in het boek]. Om de behandeling te kunnen laten werken moet de relatie tussen de therapeut en de patiënt empathisch zijn, niet een van dominantie en onderwerping.

Trauma is de essentiële veroorzaker van de fluctuaties [het op en neer gaan] in het gevoel van eigenwaarde in de situatie tussen de superieure en de onderdanige persoon. We kunnen geen gezonde relatie hebben met onze partners en luisteren of praten of op een volwassen manier onze emoties uiten als een van ons twee in de superieure of onderdanige positie zit tegenover de ander.
Daar trauma de voornaamste oorzaak is van de fluctuaties in het gevoel van eigenwaarde in de situatie van superieur tot onderdanig, moeten we de etiologie [de leer der oorzaken, oorzaak van de ziekte] begrijpen en de manier waarop het ons ongezond maakt. Trauma is de voornaamste veroorzaker van de problemen die we hebben in de kerngebieden van ons authentieke zelf: eigenwaarde, grenzen, realiteit, afhankelijkheid en matigheid [evenwichtigheid]. Als het onze eigenwaarde aantast kan het ons een gevoel geven waardeloos te zijn. Als het onze grenzen beschadigt, kan het tot gevolg hebben dat we ons verschuilen achter de muur van een alleenheerser [autocraat]. Als het ons gevoel van realiteit aantast, kan het ervoor zorgen dat we ons zelfvertrouwen kwijtraken en ons vermogen om te weten wat de waarheid is. Als het ons vermogen van gezonde afhankelijkheid aantast, kan het ervoor zorgen dat we wensloos of antidependent worden. Als het ons gevoel voor maat beschadigt, kan het ons het gevoel geven dat we slecht of rebels zijn, in plaats van perfect imperfect en menselijk. Als posttraumatische stress wordt getriggerd door iets in onze volwassen relaties, beschadigt dat niet alleen ons vermogen om ons volwassen te gedragen in een van de kerngebieden, maar het triggert disfunctionaliteit in alle gebieden.

De leeftijd achterhalen waarop mensen voor het eerst een traumatische wond opliepen is cruciaal in hun herstel. Als het trauma werd toegebracht in de babytijd of de leeftijd tot ongeveer vijf jaar, hadden ze niet genoeg rijpheid, logica, of taalvaardigheden om een complexe afweer of aanpassing te ontwikkelen om henzelf te beschermen. Hun pijn blijft dan in grote mate ongeuit. Als dit soort pijn getriggerd wordt bij volwassenen zal hun reactie daarop hen waarschijnlijk terugvoeren naar deze vroege ego-staat, en ze zullen zich overweldigd en overspoeld voelen en dissociatief. [het gevoel los te raken van jezelf] En wat het gedrag met de partner betreft kunnen ze grenzeloos en onderdanig zijn. Ze hebben een negatief gevoel over zichzelf en worden extreem afhankelijk en chaotisch.

Reacties op een trauma in een latere leeftijd toegebracht, laat ons zeggen zes tot zeventien jaar, zal ervoor zorgen dat ze zich als volwassenen onder invloed van posttraumatische stress voelen als een kind, maar deze staat van kind-zijn voelt voor hen als een volwassen staat van zijn. Omdat de verwondingen werden toegebracht aan de kinderen toen ze enige mate van volwassenheid en taalvaardigheden hadden, waren deze kinderen in staat om een aanpassing te ontwikkelen waarmee ze op een effectieve manier volwassenheid kunnen nabootsen. Een aangepaste volwassen staat van zijn is voor deze mensen: een kind vermomd als volwassene.

>>>>
Als de verwondingen worden getriggerd bij mensen die op deze latere leeftijd in hun jeugd zijn getraumatiseerd, en als zij mishandeld zijn door valse macht te hebben gekregen [zie hoofdstuk 2], dan zal hun gedrag in relaties zijn zich terug te trekken achter een muur. Ze worden agressief en voelen zich ‘beter’ dan hun partners. Als ze mishandeld zijn doordat hen macht is ontnomen worden ze toegeeflijk. Ze laten anderen hun gang gaan en worden manipulatief. Dit gedrag wordt passief-agressief genoemd.

Er zijn twee manieren waarop we de emoties kunnen voelen van de tijd in onze jeugd dat ons trauma werd toegebracht. De eerste zijn de emoties die we meevoelen met onze ouders. We kennen de bron van die emoties en we weten wat voor gevoel die ons hebben gegeven. We zijn ons bewust van wat er aan de hand is. We hebben sterke gevoelens, maar onze grenzen blijven in tact. Als bijvoorbeeld onze moeder bang is, zullen we misschien de energie voelen van haar angst en met haar meevoelen. Haar angst-energie is door de lucht gegaan en we hebben hem ‘ingenomen’. Deze vorm van meevoelen kan ons een onaangenaam gevoel geven, maar niet in die mate dat we erdoor overspoeld worden en onszelf kwijtraken.

De tweede vorm van overgedragen energie heeft echter een veel verraderlijker effect en kan zover gaan dat het ons bijna vernietigt. Het is een gewelddadige overschrijding van onze grenzen en het gebeurt wanneer bepaalde energie met zo’n intensiteit op ons afkomt dat het onze beschermende grenzen doorboort. Bijvoorbeeld in het geval van overgedragen schaamte. In plaats van het gevoel getuige te zijn van een schaamteloze daad, hebben we het gevoel dat wij de beschamende dader zijn, en ervaren een gevoel van waardeloosheid.

Overgedragen schaamte is de energie die uitstraalt van een opvoeder wanneer deze zich schaamteloos gedraagt jegens het kind maar dat niet erkent, en waarbij de schaamteloze mishandeling wordt verborgen achter een muur van boosheid. De schaamte waarvan de ouder zich losmaakt zweeft van hem of haar de ruimte in en wij zuigen hem op en dragen die schaamte met ons mee alsof het onze eigen schaamte is. Anders dan bij de minder schadelijke meevoelende reacties die geen echte gewelddadige grensoverschrijdingen zijn, schieten we hierbij in een toestand van waardeloosheid. We kunnen niet meer erkennen dat de schaamte behoort tot de opvoeder. We denken dat het onze eigen schaamte is. We voelen ons stuurloos en krankzinnig; de energie die we voelen klopt niet met wat we denken.

Andere manieren waarbij energie wordt overgedragen kunnen zover gaan dat de grenzen zodanig worden overschreven dat het gevoel van eigenwaarde wordt vernietigd. In dat geval weten we niet meer wat de bron van onze emoties is, en denken dat wat van buitenaf op ons is overgedragen in werkelijkheid voortkomt uit onze eigen persoonlijkheid: woede bijvoorbeeld. In extreme gevallen waarbij we een woedende opvoeder meemaken zijn we niet meer zonder meer meevoelend, waarmee ik bedoel dat we de woede van de opvoeder voelen en weten dat die afkomstig is van een externe bron [niet bij ons van binnenuit]. In de nabijheid van iemand die woedend is, nemen we de overgedragen energie van de woede over en worden gedwongen zelf ook woedend te worden. De grens tussen de initiator van de woede en ons eigen zijn is dan doorboord. Of als we in de nabijheid zijn van iemand die op een disfunctionele manier met zijn pijn omgaat, bijvoorbeeld door deze te smoren, kunnen we genoeg van deze pijn overnemen om niet alleen die pijn te voelen maar ook de hopeloosheid die vaak door pijn wordt ingegeven. We zijn dan het zicht kwijt van waar de pijn vandaan is gekomen. Denkend dat het van binnenuit komt voelen we de hulpeloosheid die door de pijn wordt ingegeven.

Overgedragen energieën, vooral overgedragen schaamte, is een grensoverschrijdend gif dat in het leven van volwassenen wordt gespuugd door de spoken van een gestagneerde ontwikkeling. Om het gif uit de overgedragen schaamte te neutraliseren is de techniek van ‘chair work’ van cruciaal belang, waarbij de deelnemer wordt begeleid in het teruggeven van de schaamte aan de rechtmatige eigenaren, de ouders.
‘Chair work’ dankt zijn naam aan het woord ‘chair’ (stoel) omdat er door de deelnemers stoelen worden neergezet voor de spelers die hun traumatische verleden gaan spelen. Ze nodigen deze mensen uit in de ruimte en trekken de stoel naar zich toe tot een comfortabele afstand. Een uitgebreide beschrijving van chair work wordt gegeven in de Appendix, waar het wordt gedaan met professionele begeleiding. De lezers zullen echter ontdekken (in hoofdstuk 9 ‘Trauma werk’), dat zoals de mensen in het herstelprogramma leren hoe ze kunnen omgaan met de emotionele gevolgen van schaamteaanvallen en falende grenzen, de principes van chair work ook door mensen zelf kunnen worden toegepast om zich bewust te worden van hun traumatische kwetsbaarheden [je ‘triggers’, die dingen waar je ‘overgevoelig’ voor bent geworden door de traumatische ervaringen in je jeugd]. Als ze de aard van hun traumatische achtergrond leren kennen, en oefenen met grenzen om de pijn te beheersen van het onophoudelijke effect op hen, doen ze in feite chair work in hun eentje.

Tijdens het chair work concentreren de deelnemers zich en worden heel stil en rustig. Ze doen hun ogen dicht en gaan zich concentreren op hun eigen ademhaling. Ze komen in een lichte trance. Ze stellen zich een ouder voor in de kamer waar ze een gesprek mee gaan hebben en waar ze aan vertellen hoe ze zich voelden op het moment dat de ouder hen traumatiseerde. Ze boren de emoties aan die ze als kind voelden maar niet konden uiten. Tijdens het chair work kunnen ze de gevoelens uit hun lichaam loslaten als een soort emotionele ontgifting van de gevolgen van het trauma.

Als mensen de op hen overgedragen schaamte kunnen identificeren en loslaten, wordt de kans kleiner dat ze zullen reageren op die dingen die voor hen de soortgelijke dingen omhoog brengen van hun oorspronkelijke verwonding. Als dit door trauma overgebrachte gif niet wordt afgevoerd, zal iedere keer wanneer ze proberen in een relatie te functioneren met iemand die hen herinnert aan hun oorspronkelijke mishandelaar, de volle wapenuitrusting van disfunctionele emoties die hiermee verbonden zijn naar buiten komen. Ze zullen de hulpeloze slaaf zijn in een toestand van kindbewustzijn terwijl ze proberen een rationele volwassene te zijn. In een dergelijke toestand zullen ze niet in staat zijn op een normale manier te functioneren in een relatie. Hun partners zullen lijden of vluchten.

Als de patiënten met hun imaginaire ouders praten, luister ik of ik ‘kinderachtige’ manieren van denken ontdek in hun praten over de mishandeling issues. Patiënten blijven als volwassenen vaak als kinderen denken over hoe ze getraumatiseerd zijn. Ik wijs de patiënten op de manieren waarop ze in kindbewustzijn verkeren en praat met hen over hoe ze een functionelere en meer volwassen manier kunnen aanleren om met dit issue om te gaan. Maar terwijl ik aan het praten ben wat neerkomt op volwassen gezond verstand, zoek ik naar een meer technische en minder duidelijke aanwijzing voor hoe de op mijn patiënt overgedragen energieën behandeld moeten worden. Het is in deze situatie dat ik probeer uit te vinden in welke leeftijdsfase mijn patiënt gewond is geraakt.

>>>>
In een relatie waarin de wonden van een geblokkeerde ontwikkeling worden getriggerd, zullen disfunctionele volwassenen teruggaan naar een van de twee verschillende soorten kindbewustzijn die er zijn. De ene is het ‘gewonde kind’ en de andere is het ‘aangepaste gewonde kind’. Als het trauma getriggerd wordt, voelen ze zich in de leeftijd die ze hadden toen het oorspronkelijke trauma werd toegebracht. Ze gedragen zich alsof ze de emotie ervaren die ze ervoeren toen ze kind waren.

Het gewonde kind is de jongste van de twee soorten kindbewustzijn: van nul tot ongeveer vijf jaar. In deze staat van kindbewustzijn zal het kind het magisch denken hanteren. Zijn ego is zacht en kwetsbaar. Hij denkt meestal zonder gebruik van de logica. Wanneer het kind ouder wordt zal zijn magisch denken plaats maken voor de ratio. In deze fase komt het aangepaste gewonde kind om de hoek kijken. Hij is zo tussen de zes en zeventien. Hij kan zien wat er disfunctioneel is in het systeem van het gezin waarin hij opgroeit en hij weet hoe hij moet zijn om het systeem te laten werken op een manier die zijn disfunctionele ouders tevreden stellen. Het gewonde kind heeft wat nieuwe trucs geleerd en is het aangepaste gewonde kind geworden. Het aangepaste gewonde kind heeft geleerd zichzelf te veranderen om het gezinssysteem te kunnen hanteren, wat hem oplevert dat hij, vanuit dit gezichtspunt gezien, kan overleven.

Deze twee vormen van kindbewustzijn zijn een afspiegeling van de uitersten van de symptomen waar we eerder naar verwezen in Hoofdstuk 3, waarin we de beschadigingen aan het authentieke zelf beschreven die veroorzaakt worden door onvolwassen ouderschap. In de jongste toestand, die van het gewonde kind, krijgt het kind een gevoel van waardeloos zijn. Hij heeft geen grenzen of referentie kader of taalvaardigheden om zichzelf te kunnen bevatten of te beschermen. Hij is totaal afhankelijk en zonder enige controle. Hij raakt gedissocieerd en overweldigd. In de oudere toestand, die van het aangepaste gewonde kind, voelt het kind zich ‘beter’ dan de ander, degene met de macht. Hij heeft geleerd te verbergen wat hij voelt en te manipuleren om te krijgen wat hij wil. Hij heeft een muur om zich heen en is gesloten. Hij is meer op anderen gefocust dan op zichzelf. Hij is gespannen en dwingend [wil de controle hebben].

Het is ironisch dat de egostaat van het aangepaste gewonde kind ongeveer zo volwassen is als getraumatiseerde mensen ooit zullen kunnen zijn zonder hulp. Ik zeg ironisch omdat dit soort mensen als ze volwassen zijn trots op zichzelf zijn vanwege hun vermogen volwassen te zijn. Ik noem dit ‘het volwassen gewonde kind’, omdat de identiteit die ze denken te hebben als hun ware volwassen zelf in feite niets meer is dan het aangepaste gewonde kind dat op een disfunctionele manier naar volwassenheid gesleept is.

In de tijd dat ik met de interviews met patiënten over het gezin waarin ze zijn opgegroeid en chair work begon, viel het mij op dat wanneer ze over de problemen in hun relatie vertelden, ze zichzelf niet beschreven met wat ik dacht dat volwassen gedrag was. Ze beschreven een kind dat tot leven komt: een gewond kind, of aangepast gewond kind. Geen wonder dat ze relatieproblemen hadden. Hun woordenwisselingen ontaardden gewoonlijk in iets wat voor mij leek op twee kleine kinderen die aan het ruziën zijn. Volwassen onderhandeling ontbrak hierbij bijna totaal.
De verwonding van de patiënt was een deel van zijn persoonlijkheid geworden, en het was dat deel van zijn zelf dat problemen veroorzaakte in zijn relaties. Als de patiënten chair work aan het doen waren liet ik hen zien dat wanneer ze tegen een ouder praatten ze emoties ervoeren die hen verwezen naar situaties in hun kindertijd [kindbewustzijn]. Wanneer ze zich waardeloos en kwetsbaar voelden, verkeerden ze in de gewonde toestand. Wanneer ze zich beter dan de ander en krachtig voelden verkeerden ze in de oudere aangepaste gewonde toestand. Hun trauma issues creëerden de egostaat die ze bleven hanteren in hun relaties in hun volwassen leven. De manier waarop hun mishandelende ouders oorspronkelijk met hen waren omgegaan werd vermengd met hun eigen manier van reageren op situaties in hun volwassen relaties. Als een partner traumatische associaties triggerde gingen ze zich gedragen alsof hun partner degene was die hen oorspronkelijk had getraumatiseerd.

De stem van het aangepaste gewonde kind is wat patiënten zien als hun volwassen zelf. Deze stem zit achter een muur en is veroordelend, wil overal de controle over hebben, en is perfectionistisch [mag geen fouten maken]. Dat deel van het zelf wil eigenlijk de ouder zijn over het gewonde kinddeel. De stem van deze ouder zal klinken als de stem van mishandelende ouders. Het is een stem die aanvalt, verwaarloost, en weigert oprecht contact aan te gaan, of een stem die toegeeflijk is en hun grenzen schaadt. De stem van het aangepaste gewonde kind kopieert de stem van de mishandelende ouder, door hem een negatief gevoel te geven over hemzelf en hem van zijn eigenwaarde te beroven.

Om deze vicieuze cirkel te stoppen, heb ik het concept van de functionele ouder ontwikkeld, die in het midden van het gesprek gaat staan tussen de disfunctionele uitersten. Deze praat vanuit een waarachtig volwassen perspectief. Ik ga hier later verder op in, maar voor nu wil ik zeggen dat dit naar het midden gaan tussen de twee uitersten het resultaat is van grenzen-werk, wat ons de mogelijkheid geeft van beheersing [evenwichtig zijn], zonder welke al onze disfunctionele neigingen naar buiten zouden spatten vanuit hun twee uitersten.

>>>>
ik voel me:
waardeloos en kwestbaar = wounded state 0 – 5 jaar
sterk en neerkijken = adapted wounded state 6 – 17 jaar
>>>>

>>>
Ik heb een concept ontwikkeld van deze disfunctionele volwassene tijdens het werk aan de kern issues van eigenwaarde, grenzen, realiteit, zelfzorg en beheersing [evenwichtig kunnen zijn] [dit zijn volgens Pia Mellody de 5 kernpunten van de symptomen van codependentie, zoals ze die steeds onderscheidt in haar boek ‘Facing Codependence’]. Bij het kijken naar de relationele kant van het herstelproces, realiseerde ik me dat wanneer we deze kernpunten van de patiënten behandelen en wanneer we hen helpen om naar de kern daarvan te gaan, we een volwassen egostaat moeten creëren waarbij er geen houding van boven naar beneden meer is met de patiënt; in plaats daarvan moet er de veiligheid zijn van: je bent oké, je bent iemand met inherente waarde, iemand die perfect imperfect is. In deze toestand van beheerst en evenwichtig zijn kan de mogelijkheid tot intimiteit worden hersteld, als goed functionerende grenzen hen in staat stellen hun waarheid te communiceren en te luisteren naar de waarheid van hun partner zonder defensieve manipulatie [zonder in de afweer te schieten en te gaan manipuleren].

In relatie tot het kernsymptoom ‘grenzen’, zullen ze in plaats van muren als grenzen, of het ontbreken van grenzen, grenzen ontwikkelen die iets daartussenin zijn, zodat ze intiem kunnen zijn met anderen zonder te kwetsbaar te zijn. In plaats van het ‘zelf’ als goed of fout te definiëren, leren ze het ‘zelf’ te definiëren als perfect imperfect. In plaats van te afhankelijk te zijn, of voor anderen te zorgen zonder zelf hulp te kunnen aanvaarden, leren ze verantwoordelijk te zijn voor de zorg voor henzelf en op een realistische manier interdependent te zijn. In plaats van onvolwassen en onbeheerst, of krampachtig en controlerend, zullen ze ergens in het midden het evenwicht vinden en gepaste zelfbeheersing.

In het herstelproces gaan we bewust naar deze gecenterde, gezonde egostaat, waar de stem van de functionele volwassene het overwicht heeft in de relationele communicatie. De stem van de functionele volwassene onderbreekt de dialoog tussen het aangepaste volwassen kind en het gewonde kind. De functionele volwassene is nu de ouder voor deze beide egostaten door hun bestaan te bevestigen, en verzekert hen er ook van dat ze een liefdevolle meelevende en volwassen ouder hebben die voor hen zorgt. Ze hoeven niet hun authenticiteit op te geven [hun authentieke zelf in de steek te laten] om te kunnen overleven. Eindelijk zijn ze in veilige handen.

Anna
Site Admin
Berichten: 18422
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

Re: 'The Intimacy Factor' Pia Mellody

#35 Bericht door Anna » zo mei 21, 2023 3:37 pm

FYSIEKE INTIMITEIT
Een moeilijk evenwicht.

* * *
I felt all flushed with fever
Embarrassed by the crowd.
I felt he found my letters
And read each one out loud.
I prayed that he would finish
But he just kept right on
Strumming my pain with his fingers
Singing my life with his words…
Killing me softly with his song.


- Roberta Flack

Een goede relatie hebben is zo’n lastige aangelegenheid – deze aangelegenheid van je waarheid met elkaar delen, van praten en luisteren. De stemmen van ons verleden waarin onze macht werd ontnomen of waarin we onechte macht hadden kregen, vechten nog steeds voor een rol in het script. Ze proberen onze stembanden over te nemen als we onze volwassen waarheid proberen met de ander te delen. Ze willen ons volwassen zijn saboteren en sleuren ons terug naar de disfunctionaliteit van het verleden van het gewonde en het aangepaste gewonde kind. Ze proberen ons de rol op ons te laten nemen van ‘Mama’s kleine vent’, het ‘Zwarte Schaap’, het ‘Verloren kind’, de Held of Heldin, de surrogaat partner, de surrogaat ouder, of de gezinscounselor. De emoties van de moordende tweestrijd die in ons wordt opgeroepen is wat we voelen in onze relaties. En tenzij we iets weten over trauma en herstel, denken we dat deze gevoelens normaal zijn – gewoon hoe de dingen zijn in een harde wereld.

Het vereist authentieke eigenwaarde om deze mishandelende stemmen tot zwijgen te brengen. Als ze tot zwijgen zijn gebracht of onder controle zijn, kunnen er relaties plaatsvinden. Dan kunnen we de communicatie van onze partner ontvangen zonder de schaamte, angst of paniek die ervoor zorgen dat die oude stemmen in ons ons opdragen om aan te vallen, ons te verdedigen, of te vluchten. Vanuit deze plek van eigenwaarde brengen we onze waarheid met liefde, of op z’n minst met respect voor onze partner.
In een relatie communiceren mensen hun authentieke zelf met elkaar. Als ze intimiteit zoeken, zijn ze niet vijandig en gaan ook niet in de verdediging; en als hun partner intimiteit met hen zoekt zetten ze geen muur op en zijn niet wrokkig.
De middelen waarmee we intimiteit uitwisselen zijn ons lichaam, onze emoties en onze gedachten. Wij geven energie af met deze bronnen en ontvangen ze. Als deze energieën onze kant op worden gestuurd en wij zijn de ontvanger daarvan, dan moeten we alleen die energieën en waarheden opnemen die bij ons passen.

Bijvoorbeeld, laten we zeggen dat onze partner boos op ons is omdat we niet met hem mee willen naar een feestje die avond. Hij zegt dat je egoïstisch bent dat je niet mee wilt en dat je alleen maar aan jezelf denkt. Hij zegt dat je niet van hem houdt. En hij zegt dat niet alleen, maar schreeuwt het misschien zelfs. Als niets van wat hij tegen je heeft gezegd waar is, en als wat jij hebt gezegd over dat je behoefte hebt om even alleen te zijn wel waar is, dan moet je de ongepaste energieën en gedachten van je partner op afstand houden. Je moet dat doen, maar op zo’n manier dat het respectvol is naar je partner toe. Deze discipline geeft op een spirituele manier inhoud aan het oude begrip van ‘dingen niet persoonlijk nemen’. Als je respect hebt voor hem, weet je dat hij gevangen zit in een of andere emotionele klem die hem ervan weerhoudt jouw waarheid te zien. Er is iets mis met de emotionele toestand waar hij in verkeerd. Hij heeft een probleem, en zo ook de relatie. Je wilt hem helpen in het belang van de relatie. Je gevoel van eigenwaarde blijft ongeschonden.

Je wijs niet af wat met je gedeeld wordt. In plaats daarvan erken je dat de energie en misvatting die jouw partner naar je toestuurde jou niet past. Jouw belang om tot een verstandhouding te komen is erop gericht dat jullie beiden intiem kunnen zijn – dat jullie beiden de waarheid kennen van wat jullie beiden voelen en denken.

Een gebrek aan zelfbeheersing ligt vaak aan de basis van problematische relaties. Wanneer iemand emoties en gedachten in onze richting stuurt en wanneer wij ook emoties en gedachten naar een ander sturen worden we disfunctioneel in beide richtingen als we onze energie niet achter gezonde grenzen kunnen houden. Laten we zeggen dat je wilt dat het meisje dat je net hebt ontmoet en waar je je toe aangetrokken voelde sterke gevoelens voor jou heeft. Je zegt tegen haar dat ze het mooiste schepsel is dat God ooit heeft geschapen. Je zegt tegen haar dat je helemaal van je stuk bent en dat niets anders meer belangrijk voor je is. Dat ze het middelpunt van je universum is. Haar op deze manier overstelpen met energie in plaats van haar gewoon behagen, schrikt haar af. Ze zal denken dat je gek bent. Tenslotte kennen jullie elkaar nauwelijks, denkt ze. Ze zal zich terugtrekken achter een muur.

Als we grenzeloos worden, laten we te veel van de ander bij ons binnenkomen, of we sturen te veel van onszelf naar de ander toe. We zijn te luidruchtig, te sexueel, te emotioneel, of de overweldigend met onze mening of kennis. Als we te veel van onszelf naar onze partner sturen en haar ermee bombarderen, wordt ze kwetsbaar, het slachtoffer, wrevelig en ellendig. We zijn door haar veiligheidszone heen gebroken en berokkenden haar ongemak en pijn.

Aan de andere kant, als er te veel terughoudendheid is beschermen we het zelf zo zorgvuldig dat niets ons kan raken. We hebben muren gebouwd als grenzen en onszelf onkwetsbaar gemaakt. Je partner zal je dan misschien zeggen dat hij je niet kan vertrouwen. Je bent niet te raken. Hij raakt je liefdevol aan, en jij reageert niet. Hij deelt zijn mening met jou, en het lijkt of jij het niet hoort. Je hebt je afgesloten en bent uit de relatie gestapt. Zonder inmenging van buitenaf, zoals bezoek aan een therapeut, is er geen mogelijkheid tot verandering. Met muren als grenzen is er niet zoiets mogelijk als een relatie. Intimiteit wordt dan geweigerd.

Grenzendisfunctionaliteit wordt ervaren ofwel in de vorm van muren of als grenzenloosheid; dit zijn de uitersten waartussen gezonde grenzen opereren. Zoals de functionele volwassene die ik beschreef in hoofdstuk 4, die tussen de dialoog van de disfunctionele uitersten van het mishandelde kind komt, zo vormt het praktiseren van gezonde grenzen de middenweg tussen je te kwetsbaar voelen en je totaal onkwetsbaar voelen, tussen te veel van jezelf willen uitdrukken en helemaal niets van jezelf willen uitdrukken. Gezonde grenzen creëren gecontroleerde kwetsbaarheid.

Gecontroleerde kwetsbaarheid houdt ons voldoende open zodat onze partner ons kan leren kennen, maar het beschermt ons tegen destructieve energie die bij ons binnen komt. Als we gecontroleerde kwetsbaarheid praktiseren, beschermen we onze partner tegen de liefdeloze of respectloze energieën die we mogelijk als perfect imperfect mens te ontladen hebben. Op hetzelfde moment beschermen we ons authentieke zelf tegen liefdeloze en respectloze energieën waar wij misschien het doelwit van worden. die misschien op ons gericht worden.

Om gecontroleerde kwetsbaarheid te kunnen bereiken heeft men gezonde grenzen nodig. Er zijn twee soorten grenzen die verband houden met lichamelijk en sexueel contact of uitwisseling. De ene soort heeft te maken met de niet-sexuele manier van dicht bij elkaar zijn en elkaar aanraken, deze wordt de externe fysieke grens genoemd. En de andere heeft te maken met sexualiteit en wordt externe sexuele grens genoemd. [zie ‘Facing Codependence’, Hoofdstuk 2, Kernsymptoom 2]

Er zijn ook interne grenzen die we gebruiken wanneer we gedachten en emoties delen met anderen. Om intiem te kunnen functioneren in een relatie, werken we met zowel onze externe fysieke en sexuele grenzen als met onze interne grenzen, die van onze geest en ons gevoel.
Fysieke grenzen worden relevant wanneer we iemand benaderen met de intentie lichamelijk dichtbij die persoon te komen, of wanneer we iemand uitnodigen lichamelijk dichtbij ons te komen. Deze manieren van niet-sexuele toenadering en uitnodiging daartoe behoren tot het gebied van de affectie. We kunnen onze gastvrouw begroeten door ons naar haar toe te buigen met de intentie haar een zoen op de wang te geven. Of zij kan een stap in onze richting doen en haar hoofd naar voren doen ons uitnodigend haar een zoen op de wang te geven. In het algemeen zijn we ontspannen als we worden benaderd op een affectieve manier, of als we toenadering doen op een affectieve manier.

Affectieve toenaderingen vragen gecontroleerde beheersing, omdat het mishandeling is om een ander te betrekken in fysieke intimiteit, ook al is het niet-sexueel, zonder een of andere vorm van toestemming van die ander. Toestemming zoeken is een daad van respect en liefde en centert ons in de waarheid van onze wil om fysiek te zijn met een ander. Velen van ons erkennen niet dat we intimiteit zoeken. En sommigen van ons zoeken ook geen intimiteit als we iets doen zoals iemand op de wang zoenen, zelfs al doen we net alsof. Misschien faken we affectie om te verbergen dat we het feest helemaal niet leuk vonden. Soms proberen we indruk te maken door overdreven vertoon van hoffelijkheid. Soms zijn we een bullebak door ons fysieke vrijheden te veroorloven op een manier die zo vermomd is door het algemene gebruik van het betreffende gebaar dat de sexuele agressie die ten grondslag ligt aan de daad succesvol gecamoufleerd wordt. Maar als we oprecht genegenheid willen uitwisselen, dan zullen we ook de waarheid kennen over onze wens tot intimiteit en er verantwoordelijkheid voor nemen. Intimiteit is een serieuze transactie die instemming van beide partijen vraagt. Als we onze gastvrouw op de wang willen zoenen zullen we misschien zeggen “mag ik je een zoen geven?” Als ze ja zegt is de beloning warme ontspanning. En als ze nee zegt, wat interessant!

De ontvanger van affectie moet ook beheersing oefenen. Als de andere persoon ons benadert, moeten we eraan denken zijn affectieve aanbod te beheersen zodat dat wat ons wordt aangeboden klopt met wat bij ons past. Ik weet van een dronkenlap die dacht dat het oké was om zijn lendenen in het kruis van zijn gastvrouw de duwen als hij bedankte voor het feest. Door geen afstand te houden en haar schaamte en boosheid niet te uiten, leed deze vrouw wroeging, en de pijnlijke scène tastte haar eigenwaarde aan voor een aantal dagen.

Jezelf beschermen en het inschatten van de inhoud van dat wat je wordt aangeboden is een daad van eigenwaarde. Je centert jezelf in de waarheid van wie je bent en het soort fysieke intimiteit dat past bij je authentieke gevoelens.

Er is een statement over grenzen die deze situatie goed uitdrukt: ‘ik heb het recht te bepalen wie mij aanraakt en wie niet’. Je hebt het recht te bepalen hoe dichtbij een ander van je mag staan en of ze je mogen aanraken en ook of ze aan jouw privé bezittingen mogen komen – zoals jouw post, je telefoonberichten, je foto’s en je dagboek. Deze grens staat je toe een fysieke toenadering in te schatten en een beslissing te nemen over hoe kwetsbaar je je op dat moment wilt opstellen.

De externe fysieke grens geeft ons de macht om te bepalen op wat voor manier een andere persoon precies intiem met ons gaat zijn. Dit is zelfbescherming. In de daad van het beheersen van de affectieve intimiteit die ons wordt aangeboden schatten we de details in over wat onze kant op komt en besluiten wat we gaan toestaan. Omdat we gezond zijn stellen we onszelf alleen open voor oprechte en respectvolle informatie. Verwachten dat we dergelijke oprechte en respectvolle informatie zullen krijgen is net zo'n spiritueel compliment als het compliment dat we aan ons zelf geven. Gezonde uitoefening van externe grenzen is daarom een daad van eigenliefde en erkenning van de waarheid omtrent wat de ander beoogt.

“Ik heb het recht te bepalen wie mij aanraakt en wie niet” is de ene helft van het statement over grenzen. De andere helft is: “en dat geldt ook voor jou”.


>>>>
>>>>
ik voel me:
waardeloos en kwestbaar = wounded state 0 – 5 jaar
sterk en neerkijken = adapted wounded state 6 – 17 jaar

>>>>
Uit hoofdstuk 2, blz. 12
De ouders overreageren en doen een van de twee dingen die het hele probleem veroorzaken: ze geven hun kinderen valse macht, of ze ontnemen hen macht. [‘false empowerment’ en ‘disempowerment’]

Alle trauma is het gevolg van machtontnemende mishandeling, of het geven van valse macht, wat net zo machtontnemend is.

Oude vertaling:
De ouders overreageren en doen een van de twee dingen die het hele probleem veroorzaken: ze geven hun kinderen kracht op een misleidende manier, of ze ontnemen hen kracht. [false empowerment and disempowerment]

Alle trauma is het gevolg van krachtontnemende mishandeling, of het geven van kracht op een misleidende manier, wat door zijn misleiding net zo krachtontnemend is.

>>>>>

Anna
Site Admin
Berichten: 18422
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

Re: 'The Intimacy Factor' Pia Mellody

#36 Bericht door Anna » zo mei 21, 2023 3:44 pm

Basisregels voor het voorkomen van schending van externe fysieke grenzen

1. Ga niet in de persoonlijke ruimte van een ander staan zonder toestemming.
In het algemeen wordt tot 45 centimeter rondom iemands lichaam beschouwd als de persoonlijke ruimte die niet zonder toestemming betreden moet worden.

2. Raak iemand niet aan zonder toestemming.

3. Kom niet in iemands persoonlijke bezittingen – portemonnee, portefeuille, post enz. – of leefruimte zonder toestemming.

4. Luister niet naar het telefoongesprek van een ander zonder zijn/haar toestemming.

5. Stel een ander niet bloot aan jouw besmettelijke kwaal als je weet dat het besmettelijk is.

6. Rook niet in het bijzijn van niet-rokers in een ruimte waar niet gerookt wordt.

Laten we nu kijken naar de externe sexuele grenzen. Het is mijn verantwoordelijkheid als ik iemand sexueel benader mijzelf sexueel te beheersen, zodat de ander zich op z’n gemak kan voelen. Deze daad betreft het vaststellen van de externe sexuele grens. Het statement met betrekking tot grenzen dat aanzet tot gezonde uitoefening van sexuele motieven is: “Ik heb het recht te bepalen met wie, wanneer en hoe ik sexueel wil zijn. En datzelfde geldt voor jou.”

Het eerste deel van dit grenzen statement moedigt me aan mijn eigen beslissingen te nemen of ik sexueel wil zijn met een ander of niet, of ik hem leuk vind of niet. En, als ik erin toestem sexueel te zijn, dat ik nog steeds de verantwoordelijkheid en het recht heb om te bepalen wanneer, waar en hoe ik dat wil. Als ik mezelf op deze manier bescherm, verricht ik een daad van eigenliefde. Ik ga bewust om met de waarheid van mijn sexuele motieven en die van mijn partner.

Onze grens moet in tact zijn wanneer iemand toenadering zoekt tot ons met sexuele motieven. We moeten respectvol omgaan met wat die ander tegen ons zegt over wanneer, waar en hoe. We kunnen niet zomaar eisen dat de ander onze zin doet. Als we fysiek- of sexueel intiem zijn, maken we kenbaar dat we ervoor open staan, of weren het af, maar op een respectvolle manier.

Basisregels voor het voorkomen van schending van externe sexuele grenzen

1. Benader iemand niet op een sexuele manier zonder zijn of haar toestemming.

2. Dring niet aan op sex tegenover het ‘nee’ van de ander.

3. Verlang geen onveilige sexuele praktijken.

4. Stel anderen niet bloot aan sexuele uitingen zonder zijn of haar toestemming.

5. Beschaam een ander niet op een sexuele manier.

Als je functionele grenzen hebt, bescherm je jezelf en je beheerst je, terwijl je je ondertussen kwetsbaar genoeg opstelt om intimiteit te kunnen hebben, maar niet zo kwetsbaar dat je gemakkelijk gekwetst kunt worden. Als je een muur om je heen hebt als grens, blokkeer je alle intimiteit en ben je onkwetsbaar en daardoor niet in staat tot intimiteit. Als je geen grenzen hebt, bescherm je jezelf helemaal niet tegen andere mensen, waardoor je vaak het slachtoffer wordt. Als je geen grenzen hebt, beheers je jezelf ook niet en zul je ook vaak over de grenzen van anderen gaan en hen beledigen of kwetsen.

Bij een fysieke externe grens zou het beschermende deel ervan een muur kunnen zijn, maar het beheersgedeelte ervan kunnen ontbreken. Grenzensystemen verschillen per persoon, en de macht die we hebben in het ene gebied van onze grenzen en de zwakheden die we hebben in het andere gebied bepaalt wat voor iemand we worden in relaties.

De opbouw van onze externe fysieke en sexuele grenzen

Hier volgen voorbeelden voor externe fysieke en sexuele grenzen wanneer 1) het grenzensysteem in tact is, 2) wanneer er sprake is van een muur, en 3) wanneer er geen grenzen zijn. In ieder van deze soorten grenzen is een beschermend deel en een beheersdeel.

DE BESCHERMENDE EXTERNE FYSIEKE GRENS

1. De externe fysieke grens bepaalt afstand en niet-sexuele aanraking. Wanneer het beschermende deel van de externe fysieke grens goed functioneert, zal de persoon bepalen wie hem aanraakt, hoe dichtbij hij de ander zal toestaan te komen, en of hij de ander zal toestaan aan zijn privé eigendommen te komen.
2. Wanneer de beschermende externe fysieke grens een muur is, zal de persoon anderen nooit dichtbij laten komen; en zal zij anderen ook niet toestaan aan haar privé eigendommen te komen.
3. Wanneer de beschermende externe fysieke grenzen ontbreken, zal de persoon iedereen toestaan hem in zijn gezicht te praten en hem fysiek aan te raken, en zal hij iedereen aan zijn privé eigendommen laten komen zonder er iets van te zeggen.

HET BEHEERSDEEL VAN DE EXTERNE FYSIEKE GRENS

1. Als het beheersdeel van de externe fysieke grens goed functioneert, zal de persoon niet in iemands gezicht praten, of de ander aanraken, of aan haar privé eigendommen komen zonder toestemming.
2. Wanneer bij iemand het beheersdeel van de externe fysieke grens een muur is, zal de persoon nooit dichtbij een ander gaan staan of een ander aanraken, en anderen zullen nooit aan zijn privé eigendommen komen.
3. Wanneer bij iemand het beheersdeel van de externe fysieke grens ontbreekt, met andere woorden dat de persoon totaal geen zelfbeheersing heeft, zal hij anderen ongeremd aanraken, in hun gezicht praten (of schreeuwen) en in hun privé spullen komen zonder toestemming te vragen.

DE BESCHERMENDE EXTERNE SEXUELE GRENS

1. Wanneer iemands beschermende externe sexuele grenzen goed functioneren, bepaalt hij bewust wie, wanneer, en hoe iemand sexueel met hem mag zijn. Als iemand hem benadert, kijkt hij of hij sexueel wil zijn, en als hij daarvoor kiest, bepaalt hij wanneer, waar en hoe hij dat zal doen.
2. Wanneer iemands beschermende externe sexuele grens een muur is, zal hij de sexuele toenadering van een ander nooit beantwoorden. Hij sluit zich af voor sexuele toenaderingen, doet alsof het niet gebeurt, en weigert sexueel te zijn.
3. Wanneer iemands beschermende externe sexuele grenzen ontbreken, zal hij niet in staat zijn nee te zeggen tegen de sexuele toenaderingen van anderen en zal hij sexueel zijn met iedereen die sexueel met hem wil zijn.

HET BEHEERSDEEL VAN DE EXTERNE SEXUELE GRENS

1. Wanneer het beheersdeel van iemands sexuele grenzen functioneel is, zal hij altijd toestemming vragen voordat hij sexueel wordt met zijn partner.
2. Wanneer het beheersdeel van iemands sexuele grens een muur is, zal hij nooit sexuele toenadering tot een ander zoeken.
3. Wanneer bij iemand het beheersdeel van zijn sexuele grens ontbreekt, maakt hij avances zonder toestemming of tegen de afwijzing van de ander in.

Anna
Site Admin
Berichten: 18422
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

Re: 'The Intimacy Factor' Pia Mellody

#37 Bericht door Anna » ma mei 22, 2023 2:41 pm

6. EMOTIONELE EN GEESTELIJKE INTIMITEIT

Een moeilijker evenwicht

Let me not to the marriage of true minds
Admit impediments. Love is not love
Which alters when it alteration finds,
Or bends with the remover to remove.
O no, it is an ever-fixed mark
That looks on tempests and is never shaken...
- William Shakespeare,
"Sonnet 116"

Laat me niet tot het huwelijk van ware geesten
Belemmeringen toegeven. Liefde is geen liefde
Die verandert wanneer het verandering vindt,
Of buigt met de verwijderaar om te verwijderen.
O nee, het is een altijd gefixeerd merkteken
Dat naar stormen kijkt en nooit wankelt
- William shakespeare,
"Sonnet 116"

Ik heb de externe fysieke en sexuele grenzen besproken die wij hanteren wanneer we fysieke intimiteit zoeken of ontvangen – affectief dan wel sexueel. Gezond gedrag op het gebied van externe fysieke grenzen is een makkelijker onderwerp om te benaderen dan het grenzenbeleid bij interne geestelijke en emotionele intimiteit, omdat de energieën die onze verbeelding en emoties opwekken onder de oppervlakte liggen en zich vermengen met de complexe en verborgen verhalen van onze jeugd.

Wat wij als de waarheid van onze jeugd kennen is beperkt tot wat onze persoonlijke waarneming ervan was en is op ieder gegeven moment. De waarheid erover vertellen is op z’n best een gissing van wat er gebeurde in ons denken en gevoel. Maar ondanks de subjectiviteit van onze waarneming over de waarheid, zullen onze pogingen tot intimiteit falen als we niet handelen op basis van wat we oprecht geloven dat waar is. Deze basis van oprechtheid in persoonlijke waarneming is een goede reden voor het (in bescheidenheid) hebben en erkennen van onze waarheid.

Om respectvol en liefdevol naar onze partners te kunnen zijn moeten we op ons gemak zijn bij hen. En onze partners moeten om respectvol en liefdevol met ons te kunnen zijn zich ook op hun gemak voelen bij ons. Wanneer onze grenzen ons in staat stellen onze waarheid te communiceren en de waarheid van de ander te horen, zonder pijn, angst of boosheid te ervaren, zijn de voorwaarden van dit op je gemak zijn aanwezig. Communicatievaardigheden worden zo vaak als vanzelfsprekend gezien dat we blind zijn voor hoe moeilijk communicatie in relaties eigenlijk is. Relaties vereisen een mate van volwassenheid en vaardigheden, en gelukkig ontstaat die volwassenheid als we de vaardigheden leren. Grenzenwerk is het belangrijkste gereedschap bij het ontwikkelen van het soort emotionele communicatie dat leidt tot intimiteit in relaties.

De twee grenzen die we hanteren wanneer we geestelijk of emotioneel intiem zijn zijn de interne luistergrens en de interne praatgrens. Bijna alle problematische relaties lijden onder het feit dat de partners niet goed werkende grenzen hebben wat het hen bijna onmogelijk maakt te luisteren of te praten zonder tussenkomst van hun traumatische voorgeschiedenis [dus zonder in kindbewustzijn te schieten]. Onze interne luistergrens beschermt ons tegen de gedachten en emoties van onze partner wanneer hij of zij ons benadert voor intimiteit met ons. En wij hanteren onze interne praatgrens om onze partner te beschermen wanneer we toenadering doen tot hem of haar voor geestelijke of emotionele intimiteit.

Wanneer iemand tegen ons praat en emoties onze kant op stuurt, staat onze interne luistergrens ons toe gevoelig en betrokken te blijven, terwijl we op het zelfde moment beschermd zijn tegen pijnlijke, verdraaide of irrelevante informatie en emoties. Het hanteren van de luistergrens bemoedigt ons de ideeën en emoties in te schatten die onze kant op worden gestuurd, en om alleen die ideeën en emoties toe te laten die we gepast achten. Deze selectieprocedure wordt gecontroleerd door wat wij weten vanuit ons authentieke zelf – door hoe intiem we zijn met onze eigen waarheid. [de mate waarin we in contact zijn met onze eigen waarheid] Ons verlangen om ons authentieke zelf te beschermen tegen beschadiging is daarom bevorderend voor ons gevoel van eigenwaarde – een daad van eigenliefde ten behoeve van onze authenticiteit.

Om de luistergrens te kunnen hanteren moeten we ons niet fysiek of sexueel onder druk gezet voelen. We praten niet in iemands gezicht en die ander doet dat ook niet bij ons. We hebben genoeg fysieke ruimte nodig tussen ons in om ons betrokken te kunnen voelen, maar niet zoveel ruimte dat het te afstandelijk wordt. We hebben ruimte nodig om binnenkomende geestelijke en emotionele energie te selecteren en te filteren. De afstand die we kiezen waarvandaan we met onze partner willen communiceren zal per persoon verschillen, en ieder van ons moet het erover eens zijn dat de afstand goed is. Als iemand te dicht bij ons komt, zeggen we op een respectvolle manier dat we wat meer ruimte nodig hebben. We vallen de ander niet aan wanneer we dit verzoek doen. Als we behoefte hebben aan meer betrokkenheid dan zeggen we dit en vragen of we dichterbij mogen komen.

Het volgende dat we moeten doen als we de interne luistergrens beoefenen is onszelf eraan herinneren dat het doel van het luisteren is de emotionele identiteit te leren kennen van de persoon die tegen ons praat. Als we vol zelfvertrouwen blijven in onze rol van onderzoeker, zullen we ons niet van de ander afsluiten achter een muur, door afkeer of angst voor wat we van de ander te horen krijgen, omdat we als we dat doen, onze bron van informatie kwijtraken. Als we zelfverzekerd blijven in onze onderzoekende aandacht, zal onze alerte ontvankelijkheid onze partner openen zodat hij of zij genegen zal zijn intimiteit en dingen over zijn of haar ware zelf te onthullen, wat het doel van ons onderzoek is.

Het derde dat we moeten doen is onszelf eraan herinneren niet zo open te zijn dat we ons vermogen om te selecteren en dingen te filteren en te verwerpen verliezen. We moeten bepalen of wat we horen waar, onwaar of twijfelachtig is. Als we woorden horen waarvan we geloven dat ze waar zijn, staan we de informatie toe bij ons te komen. We staan onszelf toe gevoelens te hebben over wat we horen, en we identificeren deze gevoelens helder. Voelen we boosheid, of is het angst? Voelen we liefde, of is het lust? Voelen we schaamte, of is het een schuldgevoel? Misschien is het vreugde. Het is verbazingwekkend hoeveel mensen het gevoel van vreugde niet erkennen. (Zovele onder ons denken dat alleen de relatief heftige gevoelens vreugde schenken dat we vergeten de vreugde te waarderen in ‘louter’ sereniteit). Het is belangrijk die gevoelens te kunnen onderscheiden en dat is niet altijd makkelijk om te doen.

Als wat we horen niet waar is, zal onze grens deze valse informatie de toegang tot ons weigeren en het proces waardoor de informatie emoties teweegbrengt stoppen. We nemen afstand van de persoonlijke geestelijke en emotionele verantwoordelijkheid voor de onwaarheid en concentreren ons in plaats daarvan op wat deze onwaarheid ons vertelt over de persoon die deze onwaarheid verkondigt. Ongeacht of we het er wel of niet mee eens zijn, blijven we respectvol, waarbij we onze partner het recht laten om wat voor gedachten of emoties hij of zij dan ook heeft te hebben. We erkennen dat onze partner gelooft in de waarheid van wat hij of zij zegt, en we herinneren onszelf eraan dat het de waarheid van onze partner is die we aan het ontdekken zijn zodat we hem of haar kunnen leren kennen. In dit proces blijven we open om te horen wie onze partner is maar nemen alleen in wat overeenkomt met onze eigen waarheid. We nemen het niet persoonlijk dat onze partner andere ideeën heeft dan wij.

>>>>
Het zijn niet alleen onze gedachten die we moeten evalueren op waarheid en aannemelijkheid. We moeten ons fysiek gewaar zijn van de emotionele energie die naar ons wordt uitgezonden. Emoties komen vanuit het lichaam in de vorm van energie. In het proces dat we empathie noemen nemen we de energie van een ander op in ons lichaam en voelen (identificeren ons met) hoe die emotie voor die ander voelt. De luistergrens geeft ons de tijd om de inkomende emotie te identificeren en te besluiten met hoeveel daarvan we empathisch willen zijn. We willen niet overspoeld worden door empathische energie; omdat we in dat geval het contact met onszelf verliezen.

Als we moe zijn, bijvoorbeeld, en de emotionele signalen van onze partner een beroep op ons doen om veel empathische energie aan hem te besteden met de bedoeling ons aan te sluiten bij onze partner op zijn energieniveau, is het een goed idee om een beetje afstand te nemen. We zouden een metaforische time out kunnen uitroepen, waarmee we duidelijk maken dat we op dat moment niet voorbereid zijn op zulke opwinding. Als we dat niet doen putten we onszelf uit, worden geïrriteerd of hebben spijt van onze reactie, als we net doen alsof we het spel meespelen en onszelf dan op onze kop geven dat we ons onecht hebben gedragen.

We gebruiken de interne praatgrens als we onze partner benaderen met onze gedachten en emoties. We concentreren ons op beheersing zodat onze waarheid niet explosief is noch aanvallend. Ons essentiële doel is onze waarheid te communiceren zonder te manipuleren, zonder een verborgen agenda mee te nemen in de informatie die we delen. Manipulatie is controlerend en toxic (giftig) en verwoest de intimiteit. We moeten onszelf eraan herinneren dat we aan het praten zijn met de bedoeling dat de ander ons kan leren kennen en niet om controle over de ander te hebben of te manipuleren.

Bij het vertellen van de waarheid over hoe we ons voelen is het belangrijk duidelijk te zijn. We vertellen over onze ervaringen door te vertellen wat we hebben gezien, gehoord geproefd, gevoeld op onze huid enzovoorts. We gebruiken niet allerlei bijvoeglijk naamwoorden die een bepaald effect moeten sorteren. Ik zal hier een voorbeeld geven van een emotionele getuigenis van iemand die haar interne praatgrens niet gebruikt.

Mary wil met John over iets praten wat haar van streek heeft gemaakt. Ze zegt: “Toen ik in dat verachtelijke appartementje van je kwam, zag ik die bitch tegen je aan kroelen terwijl jij aan de telefoon stond te tetteren met die stomme moeder van je. Ik wist dat je niet veel goeds van plan was.” Deze benadering is beslist niet de manier waarmee John in de goede gemoedstoestand wordt gebracht om te luisteren naar wat Mary oprecht met hem wil delen over zijn gedrag.

Als ze iets dergelijks had gezegd als: “Toen ik in je appartement kwam, zag ik een vrouw dichtbij je staan, terwijl jij met je moeder aan het praten was. Wat ik daarbij voelde was dat ik niet belangrijk voor je ben, en ik voelde pijn en boosheid.” Als Mary haar interne praatgrens goed gebruikte, zoals in het tweede voorbeeld, had John zijn gedachten en gevoelens met haar kunnen delen over wat Mary net tegen hem had gezegd. In het tweede voorbeeld is niets van wat Mary tegen John zei discutabel of te ontkennen. Ze zei dat ze het appartement binnenkwam, dat ze een vrouw dichtbij hem zag staan, terwijl hij met zijn moeder stond te praten, en dat zij zich toen onbelangrijk voelde en pijn en boosheid ervoer. Als John zijn interne luistergrens gebruikt zal hij weten dat Mary iets in haar hoofd haalde over wat hij aan het doen was en daardoor gekwetst en boos was. Als hij intiem met haar wil zijn, zal hij uitzoeken waarom zij dat zo voelde en wat zijn aandeel daarin was.

Mary heeft haar gevoelens gedeeld en nu kan John zijn emoties delen over wat hij haar heeft horen zeggen. Ze weten beiden dat er een probleem is. Ze kunnen hun verstand en emoties richten op het respectvol aan elkaar vertellen van de waarheid op een zo helder en eenvoudig mogelijke manier. Ze beheersen hun emoties, elkaar niet overspoelend met minachting, woede of angst. Ze besmetten de lucht niet. Ze vertellen de waarheid over hun zelf en doen dit in liefde voor dit zelf. En ze luisteren naar de waarheid van de ander en ook dit is een daad van liefde en respect. De communicatie tussen hen is intiem en ze maken daarmee liefde mogelijk.

Intimiteit die liefde openbaart in de menselijke relatie, bevat het model voor de openbaring daarvan in alle menselijke wezens. Voor liefdevolle relaties die ontstaan en blijven bestaan door het hanteren van grenzen is de overtuiging nodig dat alle menselijke wezens inherente waarde hebben. Die kan altijd opnieuw ontdekt worden, en nooit verwoest worden. De bron van die liefde is een Macht die groter is dan welk zelf ook. Om die te onthullen is een spiritueel pad.

Basisregels om schendingen van de interne luistergrens en praatgrens te voorkomen

1. Impliceer niet door woord of gebaar dat een andere persoon waardeloos is.
Dat heet iemand beschamen.

2. Schreeuw niet tegen een andere persoon.

3. Maak een ander niet belachelijk.

4. Lieg niet.

5. Verbreek een belofte of verbintenis niet zomaar.

6. Probeer een ander niet te manipuleren of controle over hem of haar te hebben.

7. Wees niet sarcastisch als je intiem contact hebt. De Griekse etymologische oorsprong van het woord ‘sarcastisch’ is ‘het vlees klieven’.

8. Val iemand niet in de reden.


De opbouw van de interne luistergrens en praatgrens

Hier zijn voorbeelden voor de interne luistergrens en praatgrens waarbij 1) het grenzensysteem in tact is, 2) wanneer er sprake is van een muur, en 3) wanneer de grenzen ontbreken.

DE BESCHERMENDE LUISTERGRENS EN PRAATGRENS

1. Wanneer de beschermende interne luistergrens goed werkt, filtert hij dat wat anderen zeggen en neemt alleen de waarheid in zich op. Hij vergelijkt zijn waarheid met die van de ander en neemt alleen in wat waar is voor hem. Wanneer dat wat tegen hem gezegd wordt twijfelachtig of onwaar is, houdt hij het buiten en reageert er niet op, en laat het aan hem voorbij gaan zonder hem te laten raken.
2. Wanneer iemand een muur heeft als beschermende luistergrens, luistert hij nooit naar wat de ander tegen hem probeert te zeggen, zelfs als dit belangrijk is.
3. Wanneer iemand geen beschermende luistergrens heeft, neemt hij alles in wat de ander tegen hem zegt, zelfs als dit niet overeenkomt met zijn eigen waarheid, en is hij kwetsbaar tegenover alles.

HET BEHEERSDEEL VAN DE LUISTERGRENS EN PRAATGRENS

1. Wanneer iemand een goed werkend beheersdeel van zijn interne praatgrens heeft, concentreert hij zich op het vertellen van de waarheid op een respectvolle manier. Hij probeert diplomatiek en tactisch te zijn.
2. Wanneer iemand een muur heeft als beheersdeel van zijn interne praatgrens, vertelt hij nooit aan iemand wat belangrijk voor hem is.
3. Wanneer iemand helemaal geen beheersdeel heeft van zijn interne praatgrens, zegt hij alles wat in hem opkomt zonder te kijken of het waar is wat hij zegt en het interesseert hem niet of hij op een respectvolle manier praat.

Eind hoofdstuk 6 blz. 68

Gesloten