'The Intimacy Factor' Pia Mellody

Heb je een boek gelezen waar je veel aan had, meld het hier en vertel waarom.
Bericht
Auteur
Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

'The Intimacy Factor' Pia Mellody

#1 Bericht door Anna » di apr 05, 2011 4:36 pm

Ik ben het boek 'The Intimacy Factor' van Pia Mellody weer aan het lezen (zo'n goed boek!) en ben nu ook stukken aan het vertalen. Ik zal ze hier ook plaatsen zodat jullie ze ook kunnen lezen.
Groetjes, Anna

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#2 Bericht door Anna » di apr 05, 2011 4:39 pm

The Intimacy Factor – The Ground Rules for Overcoming the Obstacles to Truth, Respect, and Lasting Love

De intimiteitsfactor – De grondregels voor het overwinnen van de obstakels op de weg naar eerlijkheid, respect en duurzame liefde


DANKWOORD

Ik wil mijn dankbaarheid betuigen aan de volgende mensen die mij hebben geholpen op deze reis.
De vele mensen die bereid waren het helende werk te doen dat nodig is in het proces naar herstel.
Larry Freundlich, die op zo’n deskundige manier woorden heeft gegeven aan mijn gedachten in het proces van de totstandkoming van dit boek.
Bob en Maurine Fulton, die in hun leven en in hun therapie laten zien dat intimiteit zowel mogelijk is als comfortabel kan zijn.
Terry Real en Belinda Berman, met wie ik vele jaren gewerkt heb en die me hebben geholpen in mijn persoonlijke ontwikkeling.
Mona Sides Smith en Monique Laughlin, twee fijne therapeuten die met mij hebben gewerkt om de effectiviteit van mijn ideeën aan te tonen.

INLEIDING

De essentiële reden voor mij voor het schrijven van The Intimacy Factor is om de rol die spiritualiteit heeft in intieme relaties te erkennen. Met spiritualiteit bedoel ik het erkennen van en vertrouwen op een macht groter dan wij zelf. Onder de juiste omstandigheden herstelt spiritualiteit bij ons het gevoel van onvervreemdbare inherente waarde waarmee we geboren zijn en waarmee we het contact zijn kwijt geraakt door trauma en aanpassing. [Anna: met inherente waarde wordt bedoeld die waarde van ons als mens die we hebben omdat we bestaan, en die niets of niemand van ons kan afnemen]
Wanneer herstelde personen de waarheid van wie zij zijn erkennen, en liefde voelen voor zichzelf als ze oog in oog staan met die waarheid, zijn ze ook bereid die waarheid in anderen te erkennen. Ze hebben nu een persoonlijk spiritueel sjabloon dat hen helpt ook andere spirituele realiteiten in de wereld te zien, waarvan de belangrijkste is het erkennen dat ook andere mensen, net als zijzelf, inherente waarde hebben. Het verandert de manier waarop ze met andere mensen omgaan en de manier waarop anderen dan weer met hen omgaan. Dit maakt het uiteindelijk mogelijk om intieme relaties te hebben en zorgt ervoor dat die relaties werken.
De erkenning van deze waarheid maakt intimiteit uiteindelijk mogelijk; we zijn weer verbonden met de weldadige processen van het leven die we hadden toen we geboren werden. Dat is wanneer die verbazingwekkende ontdekking van het spirituele pad gevoeld wordt. Dat is wanneer de aanwezigheid van een Hogere Macht een persoonlijke realiteit wordt. Voor mij is deze relatie met een Hogere Macht het belangrijkste feit in mijn leven.

Mijn eerste bewuste ervaring van een spiritueel contact gebeurde lang voordat ik de mechanismen van kindermishandeling en het helingsproces daarvan begon te bestuderen. Gods aanwezigheid in mijn leven kwam tot mij door een openbaring, en ik beschouw het als een wonder, omdat het kwam zonder dat ik erom gevraagd had. Weliswaar was ik op het moment dat dit gebeurde een emotioneel wrak en niet in staat voor mezelf te zorgen, laat staan tot het hebben van een relatie die die naam waardig was.
Waarom of hoe een openbaring gebeurt gaat ons menselijk bevattingsvermogen te boven. Dat is ook niet het onderwerp van dit boek – dat zou het niet kunnen zijn. Maar door mijn leven te redden heeft de Hogere Macht mij op een weg van zelf-analyse en studie van andere slachtoffers gezet, die mij geleerd heeft hoe ik mensen kon begeleiden naar het moment van heling. Uiteindelijk leerde ik hoe ik voor anderen de omstandigheden kon creëren, waaronder zelf-begrip, waarachtige relaties en spiritualiteit kunnen ontstaan. Geen intieme relatie is mogelijk zonder deze begrippen, en spiritualiteit is een geschenk van het in relatie zijn tot. [and spirituality is a gift of relationship]

In dit herstelproces speelt het concept van grenzen, waardoor waarachtigheid (eerlijkheid) en respect kunnen worden ervaren, een centrale rol. Het systeem van grenzen dat ik doceer stelt ieder van ons in staat onze inherente waarde te behouden tegenover iedere druk van buitenaf, en laat het zelden toe dat de mening of emoties van anderen ons geloof in onze inherente waarde aantast. Veilig in onze eigen eigenwaarde, voelen we ons niet zo bedreigd, gekleineerd, of beschaamd door anderen. We hoeven geen verdedigende of aanvallende houding aan te nemen om onze waardigheid te behouden. In een dergelijke staat kunnen waarachtige relaties ontstaan. Voor de meesten van ons is het bereiken van deze staat een van de gevoeligste en vaak pijnlijkste processen naar het bereiken van volwassenheid. De meesten van ons ervaren de meeste pijn en teleurstelling in relaties die we niet werkend kunnen maken.
Als we een relatie hebben, wordt er van ons gevraagd ons lichaam, ons denken en onze emoties te geven aan onze partner, en om het lichaam, het denken en de emoties van onze partner te accepteren. Dit leren doen is een voorwaarde voor het kunnen creëren van intimiteit en de spiritualiteit die dat doet ontstaan. Hierin falen geeft ellende. Het goed doen eert het beste deel van onze menselijkheid en het bewerkstelligt psychologisch evenwicht, wat resulteert in een gevoel van verbondenheid met de goedheid van het leven.
Op het moment dat we de waarachtigheid van het zelf ervaren, weten we dat het zelf inherente waarde heeft. Als we in een relatie of contact zitten – of dat nou is door te luisteren, of aan te raken, of het voelen van de emoties van die ander – moeten we bereid zijn de waarheid van die ander onder ogen zien, en te houden van de inherente waarde van die ander, of die op z’n minst te respecteren, los van de manier waarop hij of zij zich gedraagt. Dat is spiritualiteit. Het begint bij onze partners, kinderen, vrienden, geliefden en onze tegenstanders, en reikt naar buiten naar God. Aangezien het relateren met onze medemensen hier op aarde zich ieder moment van ons leven voordoet, zet het oefenen van gezonde relaties ons niet alleen op een spiritueel pad, maar het houdt ons daar ook.

Ze zeggen dat het spirituele pad recht en smal is, maar ik vroeg me vaak af of dat zo was. Ik dacht vroeger dat het spirituele pad iets was van een goed mens zijn. En het was moeilijk om een goed mens te zijn omdat er maar een paar manieren waren om goed te zijn. Sindsdien heb ik het tegenovergestelde geleerd. Het spirituele pad is recht en smal omdat alles wat ervoor nodig is om ervan af te wijken is je in een leugen te begeven. Ik heb dit ontdekt toen ik probeerde mensen te leren hoe ze intiem met elkaar konden zijn in hun relaties. Het was in die pogingen dat ik mijn theorie over grenzen formuleerde.
Door het ontdekken van de psychologische schade die ons weghoudt van intimiteit, leren we hernieuwde eigenwaarde te ervaren, persoonlijke macht/kracht, en geloof, wat ons in staat stelt intieme relaties te hebben überhaupt. Dit boek zal deze geesten uit het verleden identificeren, en, door licht op hen te werpen, het pad naar intimiteit in relaties effenen. Het zal je de psychologische technieken leren waarmee intimiteit wordt behouden ten behoeve van het zelf, van degenen van wie wij houden, en van degenen van wie wij willen dat ze van ons houden. De belangrijkste les van dit boek is mensen te leren hoe ze kunnen liefhebben en liefgehad te worden.

Het bewerkstelligen van intimiteit is als het afstemmen op een radiozender. Eerst is er een heleboel ruis en niet te onderscheiden lawaai; dan vind je het signaal en kun je het duidelijk horen. Als je echter aan de knop blijft draaien, verlies je het signaal weer. Door vele jaren ervaring ontdekte ik twee dingen die de radio helder doen afstemmen: een is waarheid (eerlijkheid) en die andere is liefde. Als we eerlijk zijn tegenover onszelf in plaats van onszelf leugens te vertellen, stemmen we ons automatisch af op de energie van een Hogere Macht. Door de waarheid te verkiezen, kiezen we ervoor liefhebbend te zijn voor ons ‘zelf’ en anderen; dan is de radio absoluut perfect helder.

Liefde is een continuüm dat zich uitstrekt van respect tot heel warme gevoelens, waarbij de laatste door de meeste mensen ‘liefde’ wordt genoemd. Heel lang heb ik abusievelijk gedacht dat als ik van iemand hield, ik alleen maar constant een diep gevoel van warmte voor hem moest hebben. Hoewel dat diepe warme gevoel wel fundamenteel is, zijn er ook andere graden van liefde die te maken hebben met de gesteldheid van de relatie. Wanneer we de waarheid van een andere persoon ervaren, kan die ander misschien moeilijk zijn – menselijk. We kunnen natuurlijk angst, pijn en schaamte voelen – niet bepaald plezierig. Ik had het idee dat als ik deze onplezierige emoties voelde, ik niet van die andere persoon hield. En in het begin deed ik dat ook eigenlijk niet, maar later toen ik verder was in mijn herstelproces begon ik iets gezonders in de plaats daarvan te voelen. Ik leerde een ander ingrediënt kennen, en dat was respect. Als ik bewust kon vasthouden aan mijn besef van de inherente waarde van die andere persoon, terwijl die persoon moeilijk deed en ik me boos voelde, voelde hij respect van mij naar hem toe, en ik voelde respect van hem naar mij toe.

De emoties die we in relaties met mensen ervaren werken net zo als wanneer we op zoek zijn naar intimiteit met God. Als je in relatie bent met God, ben je intiem met God, wat voelt als intiem zijn met een ander iemand. Je deelt het zelf, je lichaam, je geest; je deelt je emoties; je laat je gedrag zien; je geeft jezelf bloot. En je ervaart en ontvangt het zelf van een ander. Je geeft en ontvangt met mensen in je gezonde relaties met hen, en je doet hetzelfde in gebed en meditatie, en in sommige voorbeelden in onthulling.
Als ik in relatie met God ben, krijg ik wat ik nodig heb, zelfs al weet ik niet wat ik nodig heb. Ik ontvang een verscheidenheid aan dingen, waaronder ten eerste het gevoel dat er onvoorwaardelijk van mij gehouden wordt. De andere is richting, leiding, wat ik moet doen, wat ik niet moet doen, wat nodig is. De derde is een gevoel van troost en verlichting van de lasten van het mens-zijn op aarde. Ik krijg een gevoel van evenwicht; ik krijg het gevoel dat alles goed is. Het vijfde is genade, wat ik automatische heling noem. Vaak ervaar ik iets aan mijzelf dat ‘minder dan perfect’ is, dat ik zou willen kunnen overwinnen, zoals boosheid, angst, of schaamte. Genade is de ervaring van God die me ervan weerhoudt die boosheid, angst of schaamte af te reageren [act out]. Het komt dan zelfs niet in me op om dat te doen. Ik heb dan innerlijke vrede.
Het werk van mensen en het werk van God gaan schijnbaar hand in hand. Wanneer door het concrete psychologische proces van herstel dat ik in dit boek beschrijf, de waarheid over het zelf vrij komt om onze relaties te voeden, merken we dat het hebben van intimiteit op zichzelf het pad van de ziel is en ons toegang verschaft tot Gods verscheidene geschenken, waaronder de voornaamste liefde is.
Een van de meest fundamentele principes van twaalfstappen-herstel is dat het een ‘we programma’ is. Dat houdt in dat disfunctionele mensen gezamenlijk vrede zoeken en vervulling vinden. Ze leren van elkaar. Van elkaar kunnen leren en aan een ander iets kunnen leren vereist het hebben van een relatie met hem of haar. Toch vragen alle gezonde relaties van iedere partner kennis van het ware zelf. De eerste stap in mijn behandeling is de ontdekking van de waarheid: de waarheid omtrent de kern issues die de patiënt tot disfunctie drijven.

Zonder waarheid (eerlijkheid) kan er geen intimiteit zijn, omdat je zonder de waarheid bezig zult zijn samen leugens en waanideeën te delen. Zonder intimiteit kan er geen relatie zijn. Wanneer partners hun ware zelf delen, waarbij ze zichzelf en de ander beschermen door middel van correcte hantering van grenzen, zal het wonder van spiritualiteit aanwezig zijn. Het is de reis van eerlijkheid naar intimiteit naar relatie naar spiritualiteit dat dit boek zal beschrijven.
Het heeft mij vijfentwintig jaar gekost om te formuleren wat ik heb geleerd en ervaren op het gebied van disfunctionaliteit en herstel. De gebeurtenissen in mijn leven die mij op een spirituele bodem hebben doen belanden vonden hun wortels in mijn kindertijd, maar in het stadium van mijn leven dat ik er hulpeloos door gekweld werd, had ik geen rationele manier om een weg naar herstel te kunnen vinden. Ik moet bekennen dat ik op de spirituele weg ben gezet door een goddelijke verschijning, en dat het verstandelijk begrijpen daarvan pas later kwam. Echter, toen de spirituele weg voor mij openging, bracht dat mij tot het formuleren van een psychologie die geleerd kan worden aan en door zelfs die mensen die in de diepste pijn verkeren. Ik moest wachten tot een onverklaarbare spirituele gebeurtenis in mijn leven, maar dat hoef jij niet te doen. Ik wil dat je daar veel sneller komt dan ik heb gedaan – en langs een meer voorspelbare weg.

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#3 Bericht door Anna » wo apr 06, 2011 1:04 pm

Dit was ik nog vergeten. Het staat helemaal voor in het boek (en niet onbelangrijk!).

"Voor Pat Mellody, die mijn werk heeft aangemoedigd en mijn denken heeft uitgedaagd gedurende de meer dan twintig jaar dat we samen hebben gewerkt. Hij heeft altijd geloofd dat ik grote dingen tot stand kon brengen."

Pat Mellody was eerst een collega van haar, ik geloof zelfs haar baas. Later kregen ze een relatie en is ze met hem getrouwd.
Groetjes, Anna

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#4 Bericht door Anna » zo apr 10, 2011 8:11 pm

SPIRITUEEL THUISKOMEN

Diegenen onder ons die bezig zijn met twaalfstappen-herstel merken dat het meest schadelijke gevolg van onze verslavingen en de psychische aandoeningen die daarmee gepaard gaan is het spiritueel geïsoleerd zijn. We hebben het gevoel dat we ‘terminaal uniek’ zijn geworden. Overal waar we komen voelt het alsof we ons bevinden in het centrum van een vijandig universum tegenover welke we onszelf moeten verdedigen door oneerlijkheid, of vijandigheid, of door ons terug te trekken. We worden uitgedaagd of in verlegenheid gebracht, en voelen altijd schaamte. Deze vorm van egocentrisme geeft ons het gevoel dat ‘iedereen naar ons kijkt’, en dat we daar iets tegen moeten doen, omdat we anders altijd zullen blijven lijden.
We noemen dit ‘self-centered fear’ (zelfgecentreerde angst). Een van de moppen bij de AA beschrijft iemand in deze toestand als ‘arrogante deurmat’, of ‘dat stuk vuil waar het hele universum om draait’.

Je weer aansluiten bij de mensenwereld met het juiste besef van onze onderlinge afhankelijkheid is de taak waar we aan werken vanaf het moment dat we onze eerste AA meeting bijwonen. En er is nog geen betere manier voor ons gevonden om ermee te beginnen ons aan te sluiten bij onze medemensen dan door te luisteren naar hun verhalen, en onze eigen verhalen te vertellen. Ik zou mijn verhaal graag met jou willen delen.

Toen ik een baby was, was mijn vader weg van huis, hij vocht in de oorlog, en mijn moeder was overweldigd door het alleen ouder zijn. Zij kwam regelmatig in een crisis en sliep dan de hele ochtend door en liet mijn zusje dan in haar eentje spelen en mij in zielsangst alleen in mijn wieg, zonder voeding of verzorging, tot ze opstond. Ergens in mijn derde of vierde levensjaar werd ik sexueel misbruikt door een bende jongens. Deze mishandelingen waren als een fossiele voetafdruk in mijn ziel geprent. Ik was op zo’n jonge leeftijd getraumatiseerd dat ik geen taalvaardigheden tot mijn beschikking had om me te beschermen tegen de directe diepgaande pijn. Die pijn en de ervaring van mijn vroege kindertijdwonden bleven vele jaren buiten mijn herinnering.

Toen ik ongeveer zeven jaar oud was, realiseerde ik me dat mijn moeder in beslag werd genomen door ruzies met mijn vader. Als ik bij haar over hem klaagde, ontkende ze echter dat er iets mis was met hem. Mijn realiteit (waarneming) was onbetrouwbaar, gaf ze me te verstaan – ik beeldde het me in. Terwijl mijn vader het niet kon verdragen mij te zien of te horen, en dat zei hij ook tegen mij, zonder schaamte. Als hij me niet vernederde, negeerde hij me. Ik voelde me waardeloos, hopeloos en angstig. Ik had slaapproblemen, en ik had nachtmerries.
Niet meer het passieve, onbeschreven blaadje dat ik was voor mijn derde jaar, zocht ik naar manieren die mij konden helpen in dit gewelddadige familiesysteem te overleven. Ik had nu de taal en begrippen die mij konden helpen daarmee om te gaan. Als de realiteit onaanvaardbaar pijnlijk voor me was, maakte ik mijn eigen realiteit.
Wat ik deed om te overleven was me in stilte terugtrekken; ik ‘verdween’. Ik ging tijden weg van huis en vertelde mijn ouders niets over wat ik dan deed. Ik wilde niet opgemerkt worden. Nog erger dan het verloren kind, werd ik het ‘irrelevante’ kind (ik was ‘niet van toepassing’). Mijn ouders wisten waar ik was – en helaas was er geen plaats voor mij in hun plannen.

Toen ik ongeveer dertien jaar oud was begon mijn moeder gedetailleerd te vertellen over hoe verschrikkelijk naar en sadistisch mijn vader tegen haar deed en dat ze dreigde van hem te scheiden. Hoe meer ze zich bij mij ontlastte, hoe banger ik werd voor mijzelf en voor haar. Ik was overweldigd met een gevoel van verantwoordelijkheid voor haar en het gevoel dat ik haar moest redden. Hoe meer ze mij tot opslagplaats voor haar klachten maakte, hoe meer ze een hulpeloos kind leek, en hoe meer ‘volwassen’ en ‘beter dan’ ik werd. Ik voelde me ook boos en verward doordat ik me herinnerde hoe mijn moeder daarvoor mijn klachten over mijn vader ontkende – dezelfde man waar zij nu over vertelde hoe sadistisch hij was.
In deze tijd naderde ik zelf de adolescentie en had het heel moeilijk met omgaan met tienerjongens. Ik voelde angst en afkeer, niet wetende dat de sexualiteit van die jongens de emotionele herinneringen aan het sexueel misbruik in mijn kindertijd loswoelde en omhoog bracht. Al deze wonden en ook de aanpassingen die ik deed om ze te kunnen dragen woonden in mij, niet onderzocht, niet behandeld, en vrij om mijn ziel te verwringen en te vervormen.

Als volwassene toen ik voor het eerst het probleem van kindermishandeling en de behandeling hiervoor begon te bestuderen, ontdekte ik dat een man of vrouw die belangrijk voor me was me zo terug kon brengen bij de emoties en kwetsures die ik in mijn babytijd, kindertijd en adolescentie had ervaren. Echte relaties – die had ik niet. De specifieke leeftijden waarop ik mishandeling had ervaren hadden ‘ego states’ gecreëerd, verschillende soorten ‘ego-toestand’, die ieder hun eigen karakteristieken hadden. Het driejarige kind in mij was bang en hulpeloos. Het zevenjarige kind in mij voelde zich extreem gedeprimeerd, vervuld van schaamte en waardeloos en alleen. En het dertienjarige kind in mij was vervuld van angst, verwarring en boosheid.
Als deze wonden werden getriggerd, had elk een andere stem in mijn hoofd. Iedere stem kwam van een ander deel in mij dat aanzienlijke beschadiging had ondergaan. Het kostte me vele jaren van lijden en verbijstering voordat ik me iets kon herinneren van, of me richten op mijn traumatische voorgeschiedenis, en die te accepteren.

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#5 Bericht door Anna » do apr 14, 2011 3:20 pm

Maar dat pijnlijke moment kwam wel. Op een dag vertelde mijn oudere zus uitvoerig en gedetailleerd over de mishandeling die ik had meegemaakt als baby. Dat was de eerste keer dat ik de realiteit van die vroege beschadiging ervoer. De schok voor mijn psyche was verschrikkelijk. Voor de ogen van mijn zus viel ik terug in een toestand van een vroegkinderlijke gewonde staat. Mijn gedachten en emoties sloegen compleet op hol. Ik was overweldigd door een gevoel alsof ik uit elkaar werd geslingerd. Ik ging liggen en krulde mezelf op in een bal om het draaien te doen stoppen.
Als kind had ik wanhopig mijn best gedaan ‘goed’ te zijn, in de hoop op die manier te kunnen vermijden me zo waardeloos te voelen. ‘Goed zijn’ was voor mij de enige verlichting die ik had tegen de angst en de pijn. Als kind werd ik door mijn familie behandeld alsof ik ‘niet van toepassing’ was, en dat was wat ik in mijn gedachten en in mijn hart ook was geworden – iemand die hier niet hoort te zijn [a misfit]. Alleen door me terug te trekken in mijn afgesloten wereld van zelfdefinitie kon ik mezelf zover krijgen te geloven dat ik het waard was om van te houden en mee begaan te zijn.
Helaas dwong mijn drang om goed te zijn me om nooit toe te geven dat er iets met mij aan de hand was. Daardoor leek het voor mijn ouders dat ik geen problemen had, dus mijn aanpassing maakte hen nog minder bewust van mij. Maar zelfs al hadden zij naar mij geluisterd, mijn ouders waren zelf te beschadigd om mij te kunnen helpen.
Door te proberen perfect te zijn, ontkende ik mijn ‘perfect imperfecte’ menselijkheid. Ik geloofde dat als anderen zouden zien hoe ik ‘werkelijk’ was, ze me zielig zouden vinden. Mijn gevoel van eigenwaarde was zo beschadigd dat me verstoppen de enige manier voor mij was om schaamte-aanvallen te voorkomen. Omdat proberen perfect te zijn er niet voor had gezorgd dat ik me beter voelde, had ik geprobeerd wat troost te vinden bij verschillende kerken. Maar mijn pogingen om een relatie te krijgen met God waren mislukt en tegen de tijd dat ik veertien was waren mijn pogingen verlichting te vinden via religie uitgeput. Ik gaf mijn eigen tekortkomingen er de schuld van dat het me niet gelukt was om een God te vinden die mij verlichting kon geven, wat mijn gevoel van waardeloos zijn nog meer verdiepte.

Aangedaan als ik was en met een beschadigd gevoel van eigenwaarde, probeerde ik mijn leven zo goed mogelijk te leven terwijl ik mijn disfuncties met mij rondsjouwde in een onzichtbare knapzak. En zoals zoveel mensen die binnen hun eigen ziel geen oplossing kunnen vinden voor hun persoonlijke problemen en die op zoek zijn naar een ‘redder’, trouwde ik uiteindelijk, en wat voorspelbaar was, ik ontdekte dat niemand, zelfs geen echtgenoot, voor me kon doen wat ik zelf niet voor mijzelf kon doen. Afgezien van de problemen die het huwelijk voor mij in petto hadden, werd ik steeds depressiever. Ik was niet suïcidaal, maar wel diep ellendig. Ik begon te geloven dat ik niet meer te helpen was – krankzinnig.
Ik werd zo wanhopig in die ellende dat ik me wendde tot mijn schoonmoeder. Zij had zichzelf altijd beschreven als een fundamentalistische Christen, en ik vond dat ze zich controlerend, kritisch en superieur gedroeg. Desalniettemin vroeg ik haar of ze me kon helpen met mijn depressie. Ik liet me vallen in de actieradius van haar intense religieuze energie, en met haar steun gaf ik mijn wil en mijn leven over aan de zorg van God. Mijn depressie bleef echter bij me, hoewel iets minder erg.
In de periode dat ik deze religieuze ervaringen had geloofde ik niet in God, en ik geloof ook niet dat ik ertoe kwam in God te geloven. Wat er wel met me gebeurde was dat ik, als ongelovige, iets van geloof ontwikkelde dat net genoeg was om me op het pad van de spiritualiteit te begeven. Kennelijk is er een ruimte tussen ongeloof en werkelijk geloven, als we beseffen dat ons mens-zijn beperkt is en we het geschenk van spiritualiteit ontvangen.

Ondanks deze spirituele impulsen werd mijn leven steeds ellendiger tot ik op het punt kwam dat ik er een einde aan wilde maken. Het was toen dat ik die Goddelijke openbaring meemaakte. Ik was ineens omgeven door wat ik ervoer als de aanwezigheid van God. Ik voelde me compleet omhelsd en kon deze energie met me horen praten. Wat de energie naar me communiceerde was dat ik geblokkeerd was door angst en dat het onmogelijk voor me was geworden het leven te omarmen. En dat dat was waarom ik suïcidaal was.
Deze energie vertelde me dat als ik mijn angsten onder ogen zag en deed wat voor me lag – de dingen die ik niet wilde doen – ik de hulp en de steun zou krijgen, en de middelen om mijn weg eruit te vinden, om wat er in mijn leven aan de hand was te veranderen. Op hetzelfde moment dat ik wist dat ik mijn angst moest omarmen ervoer ik een buitengewoon gevoel van onvoorwaardelijke liefde tot mij komen van deze Macht groter dan ikzelf. Op het moment dat ik die liefde ervoer, begon ik voor de eerste keer in mijn leven, iets van eigenliefde te voelen. Omdat ik door deze ervaring zo diep geroerd was begon ik te geloven dat ik een relatie met God kon hebben en dat God van me hield en me zou helpen. Dus ik begon te doen wat gedaan moest worden, en toen ik dat deed, werd ik deel van de oplossing in plaats van deel van het probleem.

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#6 Bericht door Anna » ma apr 18, 2011 3:15 pm

Uiteindelijk kwam ik als verpleegkundige te werken in een instelling voor drugverslaafden in Wickenburg, Arizona. Naast mijn verplichtingen als verpleegster, begon ik de lezingen over verslaving te volgen. Toen ik de alcoholistische patiënten hun klachten hoorde delen was het alsof deze mensen waren ingewijd in de geheimen van mijn eigen emotionele pijn, en zo kwam ik erachter dat ik alcoholist was.
Toen mijn kennis en intuïtie op het gebied van de onderliggende oorzaken van alcoholisme groeide, was ik zelf nog in de greep van de psychologische disfuncties die hun oorsprong hadden in mijn jeugd. Ondanks mijn groeiende bewustzijn op het gebied van de problemen van de patiënten, bleef ik zelf onmachtig om voor mijzelf te zorgen.
Ik herinner me het eerste moment dat ik dat aan mijzelf erkende. Ik luisterde naar een vriendin die een lezing hield over wat alcoholisme is, en ik herinner me dat ik tegen haar zei dat ik dacht dat ik een alcoholist was. Dat ik de symptomen had waar zij over had gesproken. En ik herinner me dat ze zei: ‘nou, welkom’. Het was alsof zij het al die tijd had geweten en had gewacht tot ik het zelf ontdekte. Toen ze dat zei had ik het gevoel alsof ik thuiskwam. Ik voelde vreugde-pijn, of tranen van vreugde. Het was alsof mijn hele psyche of ziel tot rust kwam, en ik voelde me thuis – alsof ik in een gemeenschap was met mensen zoals ik.

Ik begon me te verdiepen in de behandeling van alcoholisten, en mij werd gevraagd manieren te ontwikkelen voor behandeling van de afhankelijkheid van chemische stoffen en andere psychologische problemen. Toen mij gevraagd werd dit te doen, voelde ik me nogal ontoereikend. En ik voelde me ook boos omdat ik een verpleegkundige was en ik dacht dat de counselors, therapeuten en artsen deze problemen moesten aanpakken, niet ik. Toen mijn weerstand groeide, had ik een openbaring zoals ik eerder had gehad toen ik suïcidaal was.
Wat naar me werd gecommuniceerd was dat ik moest doen wat er van me gevraagd werd en dat ik de hulp zou krijgen die ik nodig had. Wat er toen begon te gebeuren is dat als ik ging mediteren, ik informatie kreeg over hoe ik de problemen van de patiënten moest behandelen.
De programmaleider had door de staf en patiënten verslag horen doen van mijn plotselinge ongeduld en verlies van zelfbeheersing. Iedere vorm van kritiek kon bij mij een gevoel van waardeloos zijn triggeren en me ertoe brengen mezelf te verdedigen en uit te vallen naar de ander. Bij verschillende gelegenheden had ik direct bij hem geklaagd op een ongepaste overdreven manier; en hij beschreef niet alleen gedetailleerd de omvang van mijn bizarre gedrag, maar werd ook in toenemende mate bezorgd en overtuigd dat ik er iets aan moest doen. Hij was bereid mij tijd te geven. Hij had een geloof in mij dat ik zelf nog niet had.

Toch kon ik bij mijn patiënten duidelijk zien wat ik nog moeilijk onder ogen kon zien bij mijzelf. Het was toen dat ik glimpen en inzichten begon te krijgen in een systeem van problemen dat zich in het hart van de disfunctionele psyche bevond, een systeem dat was ontstaan in de kindertijd, zowel bij de patiënten als bij mij zelf.
In de kern van dit systeem onderscheidde ik problemen met eigenwaarde, grenzen, het ervaren van de realiteit, zelfzorg en maat kunnen houden. Ik merkte dat in het omgaan met elk van deze kernproblemen, de disfunctionele volwassene de neiging heeft zich te gedragen in extremen. Als we bijvoorbeeld keken naar het probleem met eigenwaarde, zag ik dat de patiënten heen en weer schommelden tussen ofwel zich waardeloos voelen, of zich beter dan anderen voelen. Tussen zich heel kwetsbaar voelen, en zich onkwetsbaar voelen. Ze hadden een negatief gevoel over henzelf tot het punt van intense zelfhaat of, door de waan van perfectionisme een gevoel van onberispelijke goedheid. Sommige patiënten voelden zich te afhankelijk, wilden dat anderen voor hen zorgden. Maar andere patiënten leken totaal onafhankelijk en behoefteloos en wensloos – iedere hulp weigerend en ook weigeren toe te geven dat ze überhaupt behoeften hadden. Sommige patiënten hadden een muur om zich heen en konden zich niet uitdrukken; anderen waren het andere uiterste en spuiden voortdurend hun gedachten en emoties. Sommige patiënten gedroegen zich kinderachtig en onvolwassen, terwijl anderen zich overdreven volwassen, rigide en controlerend gedroegen.

Wetende dat deze extremen ook in mij zaten, begon ik me te herinneren hoe het was om behandeld te worden door medische mensen die onwetend waren op het gebied van deze extremen en waar ze vandaan komen, en - wat zo ergerlijk was voor mij – ook onwetend over hun eigen patronen waar ze in gevangen zaten.
Hoewel de disfuncties van de patiënten meestal open op tafel lagen en makkelijk te herkennen waren, was er sprake van een gelijksoortig stel disfuncties onder de professionele hulpverleners, alleen bleven die onopgemerkt. De disfuncties van de hulpverleners waren meestal precies het tegenovergestelde van de disfuncties van de patiënten. Als de patiënt in de onderdanige rol zat (lage eigenwaarde), zat de hulpverlener in de superieure rol (hoge dunk van zichzelf). Als de patiënt geen grenzen had, had de hulpverlener een muur om zich heen (sterk of onkwetsbaar). Als de patiënt vervuld was van een gevoel van imperfectie, deed de hulpverlener alsof hij/zij perfect was, en behoefteloos en zonder wensen, en probeerde alles onder controle te houden (rigide). In de algemene cultuur gelden deze karakteristieken voor professionele hulpverleners als mentaal gezond – een teken van een goede doctor.

‘Neurotische patiënten’ leven in de extremen van zich minderwaardig voelen: kwetsbaar, zichzelf afkraken, niet in staat uitdrukking te geven aan hun persoonlijke realiteit, overafhankelijk, behoeftig, onvolwassen. Deze mensen werden vaak ‘gek’ genoemd. Maar de hulpverleners die deze mensen probeerden te helpen hadden dezelfde problemen, alleen dan naar het andere uiterste. Hun probleem van zich beter voelen dan anderen was een probleem van eigenwaarde; hun onkwetsbaarheid was een probleem van grenzen; hun perfectionisme was een probleem met het adequaat beleven van de realiteit; hun onafhankelijkheid was een probleem op het gebied van zelfzorg; hun rigide controlebehoefte was een probleem van maat weten (evenwichtigheid). Het hebben van een muur als grens is een probleem met grenzen omdat het intimiteit voorkomt.
Met het inzicht dat de medische hulpverleners in dezelfde soort disfuncties gevangen zaten als hun patiënten, verminderde mijn weerstand mij bezig te houden met dit helende werk en hier iets over te leren. Ik begreep dat ik geen heler wilde zijn omdat de helers zelf zoveel pijn veroorzaakten door hun eigen disfuncties en daar blind voor waren door hun eigen gevoel van superioriteit. Wetende dat de kernproblemen zelfkennis kan opleveren, werd het mogelijk voor mij om een therapeut te zijn en een echte heler.

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#7 Bericht door Anna » za apr 23, 2011 12:55 pm

Wat ik te zien kreeg was dat er zonder een respectvolle relatie tussen de patiënt en de hulpverlener geen verandering of groei mogelijk was voor de patiënt. Om tussen de patiënt en hulpverlener een uitwisseling te kunnen hebben van het soort openheid en oprechtheid die nodig zijn om verandering in de patiënt te bewerkstelligen, is het niet goed als de hulpverlener zich tot de patiënt verhoudt vanuit een superieure rol tegenover de patiënt in de underdogpositie. Vanuit inferioriteit of superioriteit functioneert patiënt noch hulpverlener in zijn of haar authentieke zelf maar zit dan gevangen in de stemmen en patronen afkomstig uit hun kindertijdtrauma.
Dat inzicht hielp me te ontdekken wat nodig is om een waarachtige relatie te kunnen hebben. Alleen gezonde ‘zelven’ hebben het vermogen om waarachtige relaties te hebben. ‘Dokter, heel uzelve’ had ineens een wezenlijke betekenis voor me.
Patiënten begonnen in de rij te staan voor mijn praktijkruimte. Ze hadden iemand gevonden die hen begreep, maar, misschien nog belangrijker, iemand die was net als zij. We communiceerden iedere keer als gelijken, ik kreeg ook hulp voor mijzelf.
Ik kreeg er veel energie van, en voelde enthousiasme en passie voor wat ik aan het doen was. Dat leek erg op het gevoel dat ik had die dag toen ik het gevoel had thuis te komen toen ik eindelijk ontdekte en erkende dat ik alcoholist was. Deze passie ontsloot een deel van mijn meditatieve geest dat me in staat stelde veel tijd te spenderen aan het nadenken over wat deze problemen nou precies waren. Het zal misschien komisch lijken, maar mijn geest was altijd het meest open als ik aan het stofzuigen was. Als ik aan het stofzuigen was werd mijn geest overspoeld met allerlei ideeën over wat deze ziekte inhield en hoe je die kon behandelen. En ik schreef al die dingen zoveel mogelijk op als ze tot mij kwamen. Daarna ging ik terug en sprak met de patiënten over mijn gedachten en gevoelens en zij reageerden dan verbaasd en vertelden hoeveel ze daar aan hadden – dat bij hen precies diezelfde dingen gebeurden.

Ik wilde niet hypocriet zijn – tegen die mensen zeggen dat ze dit moeten doen en het dan zelf niet doen. Ik ging al die dingen die bij me opkwamen zelf doen en werd gezonder en begon me beter te voelen. En iedere keer dat ik met hen sprak over de dingen die bij me opkwamen kreeg ik er meer reacties op. Uiteindelijk klaagde de programmaleider dat er te veel patiënten waren die probeerden bij mij te komen, en hij vroeg me toen of ik een formele positie in het counselingprogramma wilde nemen.
Af en toe schoot ik in mijn oude weerstand en hoorde dan die stem zeggen: ‘ik heb je gezegd dat je moest doen wat voor je ligt, en om je angsten in de ogen te kijken’. Dus toen dwong ik mezelf die dingen te doen waarvan ik nooit had gedacht dat ik ze zou doen of zou kunnen doen. En dat breidde zich uit tot een enorm project dat heel veel mensen scheen te helpen.
Waar ik toe geleid werd om te doen was de verwrongen kanten van onze psyche te erkennen waarin onze innerlijke stemmen samenzweren om ons van onze innerlijke waarde te beroven, en toen begon ik te werken aan het helen van deze aspecten. En terwijl ik deze heelde, begon ik meer en meer bewust te worden van het spirituele pad. Ik kreeg hulp om de dingen onder ogen te zien die van me gevraagd werden maar dacht niet te kunnen. En ik deed ze evengoed. Ik kreeg altijd de hulp die ik nodig had, en die krijg ik nog steeds. Het is verbazingwekkend.

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#8 Bericht door Anna » wo apr 27, 2011 3:34 pm

ONECHTE AANMOEDIGING EN ONTMOEDIGING [false empowerment and disempowerment]

Betere vertaling van de titel:
MISLEIDENDE MANIER VAN KRACHT GEVEN EN KRACHT ONTNEMEN

Hoe je leert je beter te voelen dan anderen. En hoe je leert je minder te voelen.

Mishandelende manieren van opvoeden creëren een pijnlijk gevoel van schaamte, niet goed genoeg zijn, of superioriteit bij kinderen, wat, als dat niet erkend en behandeld wordt, tot gevolg heeft dat deze beschadigingen blijven voortbestaan tot in de volwassenheid. Wanneer gebeurtenissen in het leven van volwassenen die deze wonden van het kindertijdtrauma nog steeds in zich dragen, onbewuste herinneringen van het oorspronkelijke trauma oproepen, herbeleven ze de schaamte, of de grootheidswaan uit de kindertijd en reageren op een onvolwassen en disfunctionele manier.

[Anna: wij zeggen dan dat er gevoelens van vroeger worden getriggerd en dat we in ‘kindbewustzijn’ schieten, een term uit de PRI]

Deze relatieproblemen met hun wortels in de kindertijd zitten verborgen onder vele lagen van disfunctionele aanpassingen in de volwassenheid, die uiteindelijk het ware of authentieke zelf hebben opgeslokt.
In zo een toestand is gezonde intimiteit onmogelijk. Gezonde intimiteit vereist het in vertrouwen kunnen aanbieden van ons ware zelf aan een ander, en het in vertrouwen kunnen accepteren van het ware zelf van een ander.

Bijvoorbeeld, toen een collega van Kim op haar werk haar eraan herinnerde dat haar deel van de werkopdracht heel binnenkort af moest zijn, voelde ze schaamte en verborg dat achter boosheid. Ze viel tegen hem uit en zei dat ze niet herinnerd hoefde te worden en dat het een stuk beter ging als hij zich met zijn eigen zaken bemoeide. Ze suste haar ego door tegen zichzelf te zeggen: ‘ik hoef dit van niemand te pikken’ [“Nobody screws around with me”]. Kims collega had een gevoelige snaar bij haar geraakt. Lang geleden hadden haar ouders haar geleerd dat ze niet goed genoeg was. Toen haar collega dat oude gevoel bij haar triggerde, viel ze tegen hem uit, ging hem te lijf vanuit de plek van haar oude wond.

Mensen die als kind getraumatiseerd zijn hebben zich als kind aangepast aan de mishandeling in het gezin om op die manier te kunnen overleven in het gezinssysteem. Ze geloofden dat ze zich alleen konden beschermen door zich aan te passen aan de verwachtingen van hun ouders. De status quo behouden, zelfs al was dat een zieke status quo, was beter voor deze kinderen dan in de steek gelaten worden, of hun identiteit verliezen binnen de familie. Ze beschermden zichzelf tegen de primaire angst voor verlating zelfs al betekende dat dat zij contact verloren met hun ware zelf. De mishandelende familie waar ze zo pijnlijk hun best voor deden om in te passen, bracht bij hen teweeg dat zij hun authentieke zelf in de steek lieten. Vanuit het standpunt van deze kinderen gezien was dit een kwestie van leven en dood. Het nut daarvan werd bevestigd door het meest krachtige instinct: overleving.
Vanuit het standpunt van getraumatiseerde kinderen is de uitdrukking ‘een kwestie van leven en dood’ geen metafoor – het is de dringende realiteit van hun instinct om te leven. Het is onweerstaanbaar als instinct, en kort gezegd, er is niets wat zoveel kracht heeft. De kinderen voelen instinctmatig dat ze afhankelijk zijn van de zorg van hun ouders wat hun leven betreft. In die situatie van leven-en-dood moeten ze hun plaats zien te vinden in het levengevende systeem, zelfs als later in hun volwassenheid blijkt dat deze aanpassingen hen spiritueel kreupel heeft gemaakt.

De pijn en het tekortschieten dat door hen als volwassene werd gesignaleerd door de wonden uit hun verleden lieten hen onbeschermd en ongemakkelijk achter, zoals ze waren op het moment dat ze als kind verwond werden. Ongemakkelijk in hun vel, ongelukkig met hun leven, angstig, boos, en lichtgeraakt tegen hun collega’s, geliefden, familieleden, zoeken deze mensen verlichting van hun lijden en hoop op een beter leven.

Een van mijn patiënten, Max, een succesvolle regisseur van documentaires, sprak vloeiend Engels, Frans en Duits en had een universitaire graad in politicologie op een prestigieuze Europese universiteit. Hij vertelde me iets over zijn vader, die een briljante en succesvolle man was. Hij zei dat hij toen hij ongeveer zeven jaar oud was aan zijn grootmoeder vroeg om een bepaald soort spel met hem te spelen op een avond dat zijn ouders weg waren. Zijn grootmoeder zei dat hij aan zijn vader om toestemming moest vragen. En toen hij dat deed zei zijn vader dat hij dat absoluut niet mocht. Mijn patiënt ging toen terug naar zijn grootmoeder en loog tegen haar dat zijn vader hem toestemming had gegeven. Toen zijn vader ontdekte dat zijn zoon tegen de grootmoeder had gelogen en zijn verbod had genegeerd, schreeuwde hij tegen het kind en liep naar de telefoon. Hij pakte de hoorn en deed net of hij een nummer draaide. De vader deed alsof hij een tuchtschool aan de telefoon had. Hij vertelde het denkbeeldige hoofd van de tuchtschool dat hij een heel ondeugende jongen had en dat hij en zijn vrouw hem niet meer wilden. Ze pakten zijn tassen en zouden hem de volgende dag wegbrengen. Ze wilden niets meer van hem horen tot hij had geleerd zich te gedragen.
Vandaag klaagt Max erover weinig vertrouwen te hebben in zakenonderhandelingen en zich te veel zorgen te maken over wat de tegenpartij ervan vindt, het gevoel dat hij de deal zou verliezen als hij voor zijn rechten zou opkomen. Zijn bezorgdheid komt naar buiten ofwel door rigide bureaucratisch en hoogdravend gedrag, of door veel minder te vragen dan gepast zou zijn.

Een andere patiënt, Maria, een vrouw van midden veertig uit een familie van miljonairs, bankiers en artiesten, meldt dat ze een dood huwelijk heeft. Haar echtgenoot laat nooit zijn echte emoties zien. Zijn relatie met haar lijkt koud en oppervlakkig. Hij begrijpt niet wat ze bedoelt als ze zegt dat hij emotioneel onbereikbaar is. Afgesloten van enig contact over gevoelens is ze zijn ‘huishoudster’ en ‘kinderjuf’ voor hun kinderen geworden. Ze is depressief, gefrustreerd en boos. Ze haat zichzelf om haar nutteloosheid. Ze weet dat ze moet scheiden, maar ze weet niet of dat het afschuiven van haar verantwoordelijkheid voor hun huwelijk zou zijn. Misschien is het allemaal haar schuld. Als ze maar wist wat ze wilde, zou ze daar misschien ook voor kunnen zorgen, en dan zou het allemaal goed komen. Ze heeft de neiging in kringetjes te praten, waarbij ze eerst zichzelf de schuld geeft, daarna anderen, en steeds een inzicht uitprobeert om het vervolgens bij de volgende adem weer te ontkennen. Aan het eind van iedere zin verliest haar stem kracht en sterft weg in onbegrijpelijk gemompel. Het lijkt erop dat ze zelfs zichzelf niet gelooft.
Ze vertelt me dat haar vader die in Latijns Amerika was geboren, geloofde in de onderdanigheid van vrouwen. Als artiest had hij een lot te vervullen, en zijn vrouw en kinderen waren er om hem daarin te dienen, om hem zijn ding te kunnen laten doen. Aan de avondmaaltijd zat hij altijd gewichtig te oreren en was zich niet bewust van de behoeften van mijn patiënt en haar drie jongere zusjes. Maria’s moeder werd totaal gedomineerd door haar echtgenoot. Zij maakte gebruik van de aanzienlijke rijkdom en privileges van de familie om hem te verzorgen en aan al zijn wensen te voldoen. En zijn meest dramatische behoefte was om met rust gelaten te worden. Hij negeerde niet alleen de kinderen, behalve wanneer hij aan het oreren was, hij negeerde ook zijn vrouw. Maria’s moeder concentreerde al haar emoties op mijn patiënt. Ze was overdreven meeslepend, waarbij ze haar emoties er rechts en links uitsproeide, als een mestmachine op het land. Vermomd onder haar kwistige uitstorting van emoties, wendde ze zich tot haar dochter als vervanging van haar echtgenoot voor de liefde die ze van hem niet kreeg. Ze had van Maria een combinatie van slaaf en substituut partner gemaakt.
Maria was verantwoordelijk geworden voor het regelen van het sociale rooster van het gezin; voor het luisteren naar haar moeders geklaag; voor de verzorging van haar zusjes om die last voor haar moeder te verlichten; en het meest pijnlijke, het zijn van een bemiddelaar tussen haar behoeftige moeder en haar afwijzende vader. Ze had geen eigen leven. Haar enige waarde was de waarde die ze haalde uit het dienen van haar moeder. Ze was het alleen maar waard om van te houden als ze zichzelf opofferde. Verstrengeld met haar moeder wiens leven afhankelijk was van haar toewijding, was ze geprogrammeerd om haar eigen behoeften te negeren. Ze associeerde liefde met haar eigen behoefteloosheid.

Toen ze trouwde hield ze buitensporig veel contact met haar moeder. Ze zat constant met haar te bellen. Toen haar moeder een groot herenhuis kocht, gingen Maria en haar man in het appartement boven haar moeder wonen, die altijd bij de hand zou zijn om te babysitten, boodschappen te doen, en in ruil daarvoor allerlei diensten te vragen van haar dochter. Het is waarschijnlijk dat de emotionele afstandelijkheid die Maria ervaart bij haar echtgenoot erg lijkt op de vervreemding die hij bij haar voelt door haar primaire gehechtheid met haar moeder. Deze verstrengeling met haar moeder maakt intimiteit tussen man en vrouw onmogelijk. Omdat Maria het makkelijker vindt haar man de schuld te geven dan de gehechtheid met haar moeder, denkt ze dat scheiden een oplossing voor haar probleem zal zijn, en haar de vrijheid zal geven een goede ‘soul mate’ te vinden.
Laatst gewijzigd door Anna op do mei 12, 2011 2:10 pm, 1 keer totaal gewijzigd.

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#9 Bericht door Anna » wo mei 04, 2011 12:57 pm

Kenneth, een succesvolle architect van achtendertig had de herinnering onderdrukt regelmatig sexueel te zijn misbruikt door een oudere nicht, iets wat was doorgegaan tot hij twaalf jaar oud was. Kenneths vader was omgekomen in een auto-ongeluk, wat het gezin financieel onzeker achterliet. In zijn ogen was zijn moeder altijd op het punt van instorten. Vanaf dat hij vijf jaar oud was, nam hij zoveel mogelijk huishoudelijke taken op zich om zijn moeder overeind te houden. Hij was verschrikkelijk bang om haar te verliezen, zijn enige steun in het leven. Hij werd totaal verstrengeld met haar leven, en leefde om haar in leven te houden.

De enige gelukkige herinnering die hij aan zijn kindertijd had was van een oudere nicht die drie keer per jaar op bezoek kwam. Ze gaf geld aan het gezin en eten en nam hen mee op vakantie. Toen hij verder vertelde over deze nicht moest hij heel erg huilen. Hij kon bijna niet ademen. Hij begon zich te herinneren dat deze nicht hem sexueel misbruikt had en dat hij dacht dat zijn moeder wist dat dat gebeurde en niets had gedaan om het te stoppen. Hij klaagde dat hij zich altijd verstikt en paniekerig voelde als hij in een intieme situatie met een vrouw terecht kwam. Hij is verliefd, maar valt ten prooi aan dissociatie als hij en zijn vriendin zich sexueel voelen. Hij denkt dat hij altijd alleen zal zijn.

Deze voorbeelden roepen verschillende disfuncties op waarvan de oorsprong ligt in de mishandelende opvoeding zoals: een gevoel van waardeloosheid, verlatingsangst, beschadigde eigenwaarde, behoefteloosheid en wensloosheid, de grootheidswaan van zich beter voelen dan anderen, de wroeging van zich minder voelen dan anderen, en de vergelijking van liefde met verstikking. Deze zijn een deel van alles wat de spirituele malaise vormt van onze tijd en, als gevolg daarvan, ook een aantal primaire factoren in ons onvermogen om echte intimiteit te bewerkstelligen en te onderhouden.
Zo zijn er onder hen mensen die bang zijn om voor zichzelf op te komen. Anderen die zich vervreemd voelen van hun kinderen. Sommigen voelen een doodsheid in relaties waarvan ze hadden gehoopt dat deze levendig en intiem zouden zijn. Ze voelen zich niet in staat om liefde te geven en te ontvangen. Er zijn onder hen ook mensen waarvan de emoties heel explosief zijn geworden en die losgeslagen sexualiteit hebben, of boosheid, of de tirannieke behoefte aan controle. Velen zijn bang zich ergens aan te verbinden; ze klagen over zelfhaat of niet goed genoeg kunnen presteren.

De disfunctionele volwassene die een relatie heeft met een andere disfunctionele volwassene wisselt met de ander verdediging en aanval uit, waarbij het vuur van beide kanten wordt gevoed door de niet erkende overblijfselen van de mishandeling in de jeugd. Het beschadigde zelf, dat op een gehypnotiseerde manier reageert op de influisteringen van het verleden, raakt afgesneden van het heden, als een gevangene die door geluiddicht glas vraagt om liefde en steun.

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#10 Bericht door Anna » do mei 12, 2011 2:26 pm

Ik ben wat verder met de vertaling van dit hoofdstuk en naar aanleiding daarvan heb ik de titel van het hoofdstuk veranderd. Ik vond de eerste vertaling niet meer kloppen. De titel in het Engels was: "False empowerment and disempowerment":

Eerst had ik het zo vertaald:
ONECHTE AANMOEDIGING EN ONTMOEDIGING

Nu heb ik het zo vertaald:
MISLEIDENDE MANIER VAN KRACHT GEVEN EN KRACHT ONTNEMEN

Groetjes, Anna

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#11 Bericht door Anna » do mei 12, 2011 2:36 pm

Velen van ons hebben door onze traumatische geschiedenis zoveel gecompromitteerd [van onszelf opgegeven] dat we niet meer behoorlijk kunnen functioneren onder stress. Zelfs wanneer we tijdelijk manieren voor onszelf vinden om met de innerlijke onrust om te gaan (sport, televisie, eten, reizen), ademen we voortdurend de giftige lucht in van een algemene cultuur die onophoudelijk stress veroorzaakt – wat misschien nog wel het meest destructief is door het beschadigen van ons vermogen om functionele volwassen ouders te zijn.

De eerste graad van de hedendaagse culturele stressveroorzakers [inducers] is de hoeveelheid informatie die tot ons komt en de snelheid waarmee die over ons wordt uitgestort. Dit holt het zelfvertrouwen uit en de ethische overtuigingen waar de opvoedkundige autoriteit op gebaseerd is. Soaps die overdag worden uitgezonden vertonen dagelijks beelden van overspel, verslaving, woede en jaloezie. Talkshows presenteren het sexleven van hun gasten, variërend van lesbische tienerrelaties tot trailerparkgeweld tot overspel en fetisjisme. Videoclips vertonen sex en haat voor gezag en verheerlijken tieneropstandigheid en woede. Cartoon vertoont op prime time absurde en wilde karikaturen van mensen die de grenzen van sociale en gezinsetiquette opzoeken en waarbij de grens tussen realiteit en fantasie is vervaagd. Sportevenementen vertonen zonder taboe voor iedereen toegankelijke beelden van verminking en dreigende dood. Extreme sports verheerlijken jonge tieners die op motorfietsen over gevaarlijke obstakels rijden, waarbij ze hen en hun gretige kijkers stimuleren om dezelfde onverschilligheid aan de dag te leggen op de supersnelweg van het leven. De reclames die dit soort gedrag ondersteunen geven de boodschap af dat als je dit of dat koopt je oké bent: blijf kijken. Blijf kopen.

Velen van ons zijn niet meer in staat onze kinderen de juiste dingen te leren over liefde en vertrouwen, omdat wij ouders, net als onze kinderen, in de zelfde cultuur zijn opgegroeid en er op dezelfde manier door besmet zijn. We zijn net als zij. We zijn nooit volwassen geworden. Volwassenen zijn afhankelijk van het nieuws voor informatie over de publieke sector. En een enkele uitzondering daargelaten is het nieuws dat het meest opmerkelijk is het nieuws over internationaal geweld, diefstal en het misleiden van het publieke vertrouwen. De uitzondering is wat voor jurk een actrice aan heeft bij de Oscar-uitreiking. Als je het nieuws een dag mist, maak je geen zorgen. Kijk de volgende dag. Het zal hetzelfde zijn.

De grootfamilie, waar ooit ook de grootouders deel van uit maakte, is voor een groot deel verdwenen, met daarmee de hulp en steun die ze gaven bij het opvoeden van de kinderen. Een hoog percentage scheidingen en eenoudergezinnen hebben de gelederen verder uitgedund van hen die voorheen golden als degenen die zorgden voor educatie en rolmodellen.
De meest invloedrijke boodschappen van de communicatiemedia komen tot ons via reclame, waarvan de verborgen boodschap is dat we niet goed genoeg zijn zoals we zijn en dat we de producten en diensten moeten aanwenden die door de adverteerder worden aangeprezen om onze tekortkomingen te kunnen fiksen. Als we de spullen aanschaffen die verondersteld worden ons beter te maken, ontdekken we dat ze niet werken, en de stress van het gevoel niet goed genoeg zijn wordt versterkt, wat ouders in de rol van autoriteit onzeker maakt. Het is bizar om ouders en kinderen in dezelfde merkkleding naar dezelfde televisieprogramma’s te zien kijken, en naar dezelfde hooggenoteerde muziek te zien luisteren. Beide producten van dezelfde marketinginvloeden, ze dragen hun baseballpet achterstevoren volgens hun waarden.

In Wickenburg, Arizona, waar ik woon, zie je nooit mensen met hun vrienden op de veranda voor hun huis zitten. Het lijkt erop dat iedereen zich binnen isoleert voor de televisie. Basketballteammaatjes op reis in de schoolbus om een wedstrijd met een plaatselijke rivaal te spelen, zitten in hun stoel naar hun CD speler te luisteren, of, degenen die wat rijker bedeeld zijn, naar een gewelddadige Hollywood thriller op hun DVD speler. Wat dat betreft kunnen ze net zo goed alleen reizen. Kort gezegd, wat er ontbreekt in mijn buurt, en in zovele andere buurten, is een gevoel van gemeenschapszin waarin buren dagelijks contact hebben met elkaar en elkaar wederzijds helpen en emotionele zorg hebben voor elkaar.

Er is een fascinerend verhaal over het woord ‘gossip’ (roddel), dat ons vertelt hoe geïsoleerd we geraakt zijn in onze gemeenschappen. Doordat in Ierland in de middeleeuwen de mannen dagen doorbrachten in het veld en veel vrouwen stierven bij een bevalling of door ziekte, waren er weinig volwassenen om op de kinderen te passen. Het werd een geëerd gebruik voor iedereen in de gemeenschap die in de loop van een dag een kind zag of sprak, om die informatie meteen door te geven aan een volgende persoon in de gemeenschap. Deze manier van constante zorg hebben om de kinderen werd ‘gossiping’ (roddelen) genoemd. En het was bedoeld als een manier om de kinderen onder voortdurend zorghebbend toezicht van de volwassen gemeenschap te houden. Als we onze kinderen nu vragen waar ze naartoe gaan en we krijgen het antwoord ‘naar het winkelcentrum’, of zelfs alleen maar ‘uit’, dan is dat meestal waar het ouderlijke toezicht stopt. En natuurlijk is het woord ‘gossip’ (roddel) een woord met een negatieve klank geworden, dat zoveel betekent als ongerechtvaardigde interesse in andermans zaken: het is beter niets te weten over wat je buren doen.

Door de aanvoer van alle onderzoeksrapportage die voor iedereen beschikbaar is geworden door de komst van Internet, televisie, radio en kranten, zijn veel van de instituties die de bewaarplaatsen waren van onze trots en ethische zekerheden uitgehold geraakt. Schandalen maken het nieuws.
Onder stress is er niet zoveel voor nodig voor mensen om uit te vinden dat obsessief-dwangmatig gebruik van drugs en alcohol en activiteiten als sex hen kan ‘verlichten’. En ik voeg aan deze lijst nog toe: dwangmatig winkelen, risico’s nemen, werkverslaving en overeten. Deze activiteiten verminderen voor korte tijd de stress voordat ze ontzettend veel problemen creëren die de stress juist verhogen.
Diegenen onder ons die in de verslavingshulpverlening werken weten dat mensen hun verslavingsproces gebruiken als hun god die hun stress vermindert en een kortetermijnoplossing verschaft voor hun tekortschieten. Als ze ontdekken dat de god van hun verslaving niet blijkt te werken, gaan ze in plaats van hun valse god op te geven, over op andere verslavingen, wat nog veel meer chaos en stress creëert.
De stress die ons vermogen verwoest waarachtige relaties te hebben en volwassen ouders te zijn is moeilijker te identificeren dan het dramatische en vaak bizarre gedrag van de alcohol- of drugsverslaafde. Hoewel we in de stressvolle wereld waarin velen van ons vandaag de dag worstelen om onze kinderen op te voeden, tragisch genoeg, hoewel niet opzettelijk, onze kinderen traumatiseren en belasten met pijn die ze misschien wel hun hele leven zullen voelen.

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#12 Bericht door Anna » vr mei 13, 2011 3:19 pm

De taak om kinderen op te voeden kan van het ene op het andere moment overweldigend worden, en die ouders die zich niet bewust zijn hoe verkeerd hun opvoedingsmethode is, zijn vaak verbijsterd, verdrietig, woedend of depressief door het resultaat. De ouders overreageren en doen een van de twee dingen die het hele probleem veroorzaken: ze geven hun kinderen kracht op een misleidende manier, of ze ontnemen hen kracht. [false empowerment and disempowerment]

Alle trauma is het gevolg van krachtontnemende mishandeling, of het geven van kracht op een misleidende manier, wat door zijn misleiding net zo krachtontnemend is. De mishandelende ouder beschaamt het kind en legt hem het zwijgen op als manier om zijn of haar eigen innerlijke stress te verminderen, daarbij het kind zijn kracht ontnemend. Of wijst het kind rollen toe waarin het taken moet vervullen waar de ouder verantwoordelijk voor is, waarmee de ouder het kind op een misleidende manier kracht geeft. Een voorbeeld van dit laatste zou zijn: een overspannen moeder die, doordat haar relatie met haar mishandelende echtgenoot ondraaglijk is, zich wendt tot haar jonge zoon en afhankelijk van hem is wat liefde betreft en hem impliciet duidelijk maakt dat ze zonder zijn steun niemand heeft.

Bij de misleidende manier van kracht geven wordt kinderen gevraagd zorg te dragen voor de ouders. De ouders zorgen er dan voor dat de kinderen denken dat ze door het vervullen van deze rol kracht krijgen en dat ze belangrijk zijn. In feite beroven deze ouders hun kinderen van hun jeugd. Dit soort toegewezen rollen houdt in het zijn van: Held, Heldin, Bemiddelaar, Raadman/vrouw (counselor), Pappies kleine meid, Mammies kleine vent, de Mascotte die voor de stressverlichtende humor zorgt in het gezin. Kinderen belasten met de taak voor de ouders te zorgen traumatiseert de kinderen door hun ware, of authentieke zelf tot zwijgen te brengen. Ze komen uiteindelijk met een onecht zelf te zitten. De misleidende manier van kracht geven aan kinderen maakt van hen iemand die zich ‘beter’ voelt dan anderen, of de meerdere van de ouder waar ze voor zorgen.

Kinderen die op een misleidende manier bekrachtigd worden leren een rol te spelen die ze nooit kunnen vervullen zonder hun kinderspontaniteit te beschadigen, de authenticiteit van hun jeugd. Deze kinderen verliezen contact met hun eigen menselijkheid, maar zijn zich niet bewust van dat verlies, en hoewel ze weten dat er iets niet goed is, de lof die ze krijgen door zo goed te zijn en hun ouders zo trots te maken houdt hen tevreden in hun waan van kracht en macht te hebben. De ouders en de kinderen hebben beiden het contact verloren met de waarheid van wat er aan de hand is. Ze leven een leugen.

De bron van waarde bij kinderen die op een misleidende manier bekrachtigd worden komt van buitenaf. Deze kinderen leren nooit het concept van inherente waarde. Ze ontlenen hun waarde aan het zorgen voor andere mensen. Ze ontwikkelen ‘uiterlijke eigenwaarde’ (‘other-esteem’) – de waarde die ze krijgen door voor anderen te zorgen – en geen ‘eigen’ waarde. Ze spelen een rol. Ze zijn afgesloten van hun authentieke zelf en van de plek van binnen waar eigenliefde zit.
Als deze kinderen volwassen worden komen ze in relaties terecht die beperkt zijn tot de rol die hen is ingeprent als kind toen hen op een misleidende manier kracht werd gegeven. Als volwassenen voelen ze zich god als ze voor anderen zorgen. Ze hebben het gevoel dat ze altijd het juiste moeten doen – dat ze altijd ‘goed’ moeten lijken. Het zijn vaak heel succesvolle mensen, maar ze moeten ervoor zorgen altijd succesvol te zijn en een ‘goed’ iemand te lijken. Ze moeten hun spontaniteit inhouden om zich altijd te kunnen gedragen naar wat zij zelf beschouwen als een goed plan voor effectief succes. Ze hebben nooit kinderen kunnen zijn, en, tenzij ze veranderen, zullen ze nooit de vreugde van spontaniteit kunnen ervaren.

*) ‘other-esteem’: dit begrip wordt uitgelegd in hoofdstuk 2 van ‘Facing Codependence’ van Pia Mellody’, zie mijn vertaling van dat boek hier op het forum.

Uiteindelijk wordt hun behoefte om volwassen te zijn een last, en ze krijgen een hekel aan hun god-achtige rol. Maar voor hen is het bijna onmogelijk om deze rol los te laten. Ze werden door hun ouders geprezen voor deze rol. En nu doen hun volwassen vrienden en collega’s hetzelfde. Ze hebben het nodig geprezen te worden. Ze hebben het nodig gehad vanaf het moment dat hun ouders dit rollenspel een voorwaarde maakten om tot het gezin te mogen behoren. Deze Helden en Heldinnen zijn de laatste die zelf hulp zullen vragen. Ze wijzen iedereen af die hen probeert te helpen. Ze ontwikkelen een diep gevoel van leegte en verveling. Ze zoeken intensiteit om deze doodsheid te overwinnen, en worden vaak risiconemers, storten zich in geheime sexuele promiscuïteit, gevaarlijke sporten, en krachtige stimulerende drugs. Aan de oppervlakte van hun leven is hun hooggeprezen carrière te zien en hun goede daden. In hun onderbuik is een wanhopige en vaak zedenloze poging om levendigheid te vinden, wat voor hen rampzalig zou zijn als de gemeenschap daarvan zou weten.

Soms zijn kinderen die misleidend bekrachtigd zijn slim genoeg en hebben genoeg in de wereld ervaren om te erkennen dat hun ouders die hen deze onechte kracht hebben gegeven ernstig tekortschietende ouders zijn. Van hun ouders horen hoe geweldig zij zijn was duidelijk misleidend. Ze realiseren zich uiteindelijk dat ze de autoriteit van hun kracht hebben gekregen uit een onjuiste bron. Deze ontdekking is ontzettend beschamend en geeft hen vaak het gevoel waardeloos te zijn, maar deze aanvallen van waardeloosheid gaan gepaard met het terugkeren tot hun rol van Held en Heldin. Ze worden als het ware de waardeloze Held en Heldin. Gedreven door hun onechte kracht brengen ze prachtige dingen tot stand. Beschaamd door de erkenning dat hun deugden op een verkeerde manier aan hen werden geschonken zijn ze niet in staat om van hun ware verworven vermogens te genieten. Ze kunnen meestal wel voorkomen dat ze door de gemeenschap worden beschaamd, maar ze kunnen niet voorkomen dat ze van binnenuit worden beschaamd.

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#13 Bericht door Anna » za jun 11, 2011 11:32 am

Bij ontkrachtende mishandeling worden kinderen beschaamd door de ouders, heimelijk of openlijk. Heimelijke beschaming gebeurt wanneer de kinderen verwaarloosd en in de steek gelaten worden. Ouders die onder spanning staan, wat verergerd wordt door het gevoel dat ze in hun leven geen tijd hebben om de kinderen op te voeden, keren hun kinderen de rug toe. Deze kinderen zien hun ‘tekortschieten’ (het niet waard zijn om van te houden), niet als het gevolg van het ongezonde gedrag van hun ouders, maar van een algemene tekortkoming van hun eigen algehele zijn. De ouders hoeven niet eens iets te zeggen. De boodschap die de kinderen krijgen is dat ze waardeloos zijn – zelfs de aandacht van hun ouders niet waard. De rol van deze kinderen is het Verloren Kind.
Deze beschaamde kinderen zullen een ondergedoken leven leiden. Ze brengen hun tijd door met high worden van hun eigen fantasieën, boeken lezen, naar de film gaan, alleen zijn, ‘spaced out’ zijn. Ze geloven dat er aan hun wezen iets mankeert en leggen zichzelf stil en ‘verdwijnen’. In de plaats van hun echte zelf creëren ze een zelf dat ontworpen is om ‘goed’ te zijn om zo de aandacht van hun ouders te krijgen. Hun ‘goedheid’ gaat meestal onder het mom van perfectionisme. Op hetzelfde moment dat deze kinderen hun waarde aan het verdienen zijn met perfect zijn, worden ze vervuld door het verschrikkelijke gevoel waardeloos te zijn. Het zelfgevoel is verloren gegaan en, in plaats daarvan worden ze mankerende zielen die op een manier door het leven gaan waarbij ze er aldoor voor moeten zorgen dat hun waardeloosheid niet door anderen ontdekt zal worden.

Openlijke ontneming van kracht en openlijke beschaming gebeuren wanneer kinderen er onverholen op gewezen worden en wanneer er tegen hen gezegd wordt dat ze stom of dom of waardeloos zijn op wat voor manier dan ook. Dit is waarschijnlijk de diepste vorm van traumatisering, kinderen achterlaten met een innerlijk gevoel dat er iets aan hun wezen mankeert.

Een andere vorm van traumatisering is misleidende bekrachtiging en het ontnemen van kracht op hetzelfde moment. De boodschap die de ouder dan zendt is dat het kind heel goed is als het heel slecht is. Dit zie je in de rol van het Zwarte Schaap in de familie. Het kind wordt dan de opslagplaats van alle negatieve gedachten en gevoelens van de ouders die de ouders niet willen erkennen over zichzelf. Ironisch gezien zal het kind het negatieve gedrag herhalen om erbij te kunnen horen, zelfs als dat betekent dat het voortdurend beschaamd wordt, en het ook de beschamende gevolgen daarvan moet ondergaan. In het concept van ‘heel goed zijn in het heel slecht zijn’ geeft het ‘heel goede’ deel het kind kracht, terwijl het ‘heel slechte’ deel het kind op hetzelfde moment zijn kracht ontneemt. Als ze volwassen zijn zullen deze zwarte schapen hun leven lang eigenwaarde ontlenen aan hun negatieve gedrag en gekweld worden door schaamte tegenover diegenen die ze gekwetst hebben.

Bij elk van deze soorten jeugdtrauma – kinderen die op een misleidende manier kracht hebben gekregen en kracht zijn ontnomen, en een combinatie van deze twee – wordt het authentieke zelf van het kind verwoest. Doordat deze kinderen nooit het concept van inherente waarde hebben kunnen ervaren, doordat hun onechte rollen werden toebedeeld door hun behoeftige ouders, hebben deze kinderen nooit geleerd eigenwaarde te ontlenen aan zichzelf van binnenuit.

Afhankelijk van het soort mishandeling en misbruik, wordt het verwaarloosde of in de steek gelaten kind het Verloren Kind; het op een misleidende manier bekrachtigde kind heeft de rol van Held of Heldin; en het heimelijk mishandelde en daarbij op een misleidende manier bekrachtigde kind heeft de rol van het Zwarte Schaap. De aanpassende overlevingsrollen van het Verloren Kind, Held en Heldin, en het Zwarte Schaap zullen op hun ongezonde wijze blijven voortbestaan in de volwassenheid, waar zij volwassen toneelspelers worden die gekweld worden door zelfgecenterde angst, de pijn van armoedige relaties, en een pijnlijk gebrek aan intimiteit.

Als we in het leven de innerlijke stemmen kunnen identificeren [onderscheiden, herkennen] van onze verwondingen die in onze relaties worden opgeroepen en die onze relaties saboteren, kunnen we ons ware zelf herclaimen en ons op een meer volwassen manier gedragen in onze relaties. Alleen dan kunnen we een kans hebben op succesvolle relaties en het geschenk van intimiteit.

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#14 Bericht door Anna » do jun 30, 2011 4:23 pm

PERFECT IMPERFECT

Het authentieke kind

In mijn beroep maak ik voortdurend van dichtbij pijn en persoonlijke tragedie mee, en ik ken ook pijn en persoonlijke tragedie van mijn eigen jeugd. Maar ik geloof dat deze pijn een afwijking is van ons geboorterecht – in religieuze taal zou dit een ‘fall from grace’ genoemd worden [een val uit de gratie?]
Ondanks wat ik weet over kindermishandeling en langdurige pijn in de kindertijd, heb ik geen tragisch gevoel over het menselijk lot. Ik heb juist het tegenovergestelde geleerd – dat een blijvend gevoel van vreugde onze erfenis is. Ik geloof dat dit vreugdevolle gevoel van ‘het is goed’ kan worden teruggewonnen, dat we herboren kunnen worden. Als volwassenen kunnen we deze wedergeboorte op een gestructureerde en rationele manier aanleren en leren onze inherente waarde te herstellen.

In het klassieke boek “Het drama van het begaafde kind” schrijft psychotherapeut Alice Miller dat toen ze het woord ‘begaafd’ gebruikte in haar titel, ze daarbij geen kinderen in haar hoofd had die op school heel hoge cijfers halen noch kinderen met een speciaal talent. Ze bedoelde daarmee gewoon ons allemaal die een mishandelende jeugd hebben overleefd dankzij een vermogen om ons aan te passen, zelfs bij onbeschrijflijke wreedheid, door onszelf van binnenuit te ‘verdoven’… Zonder deze ‘gave’, ons gegeven door de natuur, zouden we niet hebben overleefd.

Als geen enkele ouder perfect is, dan is ook geen enkel kind dat: om als een gezond iemand uit je kindertijd tevoorschijn te komen is een daad van herstel – niet alleen van Alice Millers ‘verdoofdheid’ – maar ook van scherp gevoelde gevoelens van tekortschieten en pijn. Het klinkt misschien als een contradictio in terminis, maar we herstellen onze onschuld door heropvoeding: we herwinnen kennis over onze inherente waarde; we leren te leven met het idee perfect imperfect te zijn.
De herinnering van onze perfect imperfecte menselijkheid is de stevige ondergrond waar de spiritualiteit van herstel op rust. Menselijke wezens hebben hun beperkingen, maar deze beperkingen zijn geen defect; ze zijn gewoon onderdeel van het gegeven dat we ‘mens’ zijn. Als we leren onszelf te verachten omdat we een mens met beperkingen zijn, verliezen we contact met de primaire spirituele waarheid: dat we niet perfect zijn en dat dat prima is.

Er is een authentiek zelf. We worden ermee geboren. Onder invloed van een opvoeding door onvolwassen ouders verliezen we het contact ermee. Als kinderen die worden gevormd door onvolwassen ouders worden we beschaamd om wie we zijn. Die schaamte wordt verbonden met hoe we ons ‘zelf’ ervaren. Als we ‘onszelf’ zijn zullen we een aanval van schaamte ervaren, en in zo’n aanval voelen we ons waardeloos. Spontaniteit is heel beangstigend voor ons; het triggert schaamteaanvallen, en het brengt ons terug naar een gevoel van waardeloosheid. We kapselen onszelf in achter een muur en sluiten ons af. Met de jaren worden we voorzichtig in wat we zeggen en doen. We verliezen contact met ons authentieke zelf. Het herontdekken van ons authentieke zelf is waar herstel helemaal om gaat. (De etymologische herkomst van het woord ‘authentiek’ uit het Grieks klopt met wat ik begrijp dat het authentieke zelf is. Authentikos komt van authentes, wat auteur of schepper betekent. Het tegenovergestelde van ‘authentiek’ is ‘vervalsing’, ‘namaak’.)

Er zijn vijf essentiële eigenschappen van het authentieke kind die samenkomen in de inherente waarde. De eigenschappen van de authenticiteit van het kind die als spaken aan een wiel verbonden zijn met hun inherente waarde zijn: kwetsbaarheid, ontluikende rede, afhankelijkheid, gepaste onvolwassenheid, en uitbundige energie. Een volwassen eigenwaarde-gevende ouder begeleidt het kind naar een gepaste expressie en ontwikkeling van elk van deze authentieke kindereigenschappen. De ouder zal op een voedende manier het kind wat ik noem ‘grenzen’ bijbrengen. Grenzen zijn psychologische grensovergangen waarlangs we aan de ene kant onze waarheid uitdrukken, en waarlangs aan de andere kant de informatie tot ons komt die door een ander in het contact met die ander naar ons wordt gestuurd. Als onze grenzen naar behoren werken, geeft dat wat wij uiten over onszelf op een respectvolle manier uitdrukking aan de waarheid over onze emoties en ideeën. En wat we tot ons hart en geest toelaten is dan alleen relevant tegenover de gevoelens en ideeën die wij zelf als waar ervaren over onszelf. Een vereiste voor gezonde grenzen is een gevoel van eigenwaarde of inherente waarde; het is de centrale taak van de opvoeders om dit bij het kind tot stand te brengen. Het onderwerp grenzen zal uitgebreid worden behandeld in Hoodstuk 9.

Inherente waarde wordt vaak gesaboteerd door overspannen ouders die, omdat ze primair bezig zijn met hun eigen behoeften, hun kinderen de mogelijkheid ontnemen hun authentieke zelf tot uiting te brengen. Als ze hun kinderen aanvallen op het vertonen van een essentiële eigenschap van hun mens-zijn, maken ze deze kinderen allergisch voor hun eigen ware zelf.

Stel je eens voor wat zulke mishandeling betekent voor de eigenschap uitbundige energie. De gespannen ouder, geïrriteerd door de uitbundigheid en nieuwsgierigheid van het kind, beschaamt het kind tot stilte. Het kind krijgt het idee dat energiek en nieuwsgierig zijn iets is wat niet goed is. De ouder impliceert dat de energie van het kind de ouder schade toebrengt. Het kind leert dat het vertonen van zijn authentieke zelf onthult dat er iets aan hem mankeert en zal een sterke reden hebben om dat verder te verbergen. Paradoxaal gezien is een van de dingen die het kind doet bij het verbergen hiervan, moeite doen om ‘perfect’ te zijn. En zijn gedrag afstemmen op hoe hij in zijn gespannen veronderstelling denkt dat de ouder ideaalgezien zou willen dat hij was. Achter het masker van deze perfectie gaat nu zijn verstikte authenticiteit schuil.

Volwassen ouders erkennen de waarde van de energie en nieuwsgierigheid van hun kinderen, maar leggen uit dat deze hoge energie een effect op anderen heeft. Het is normaal om deze energie te hebben, maar het is in het belang van anderen om die energie in te tomen, zodat de persoonlijke grenzen van anderen niet worden overschreden. Volwassen ouders leren hun kinderen over relaties, waarbij ze aan het zelfgevoel van de kinderen toevoegen het gevoel van het zelf in een relatie (tot andere mensen).

Laten we eens kijken naar de manier van opvoeden die gehanteerd moet worden bij de eigenschap kwetsbaarheid. Een kind is emotioneel en lichamelijk niet sterk genoeg om zichzelf te beschermen. Als de ouder niet voor dat soort bescherming zorgt, hetzij door nalatigheid, hetzij door actieve vijandigheid, zal het kind leren dat leven een gevaarlijke kwestie is en dat zijn angst gegrond is. Hij ontwikkelt zijn eigen beschermingssysteem voor zijn eigen veiligheid in de beschadigende wereld. Omdat hij zich volledig moet beschermen om te kunnen overleven, ontwikkelt hij grenzen in de vorm van muren. Deze muren verdedigen hem door de toenadering van andere mensen tot hem te blokkeren. Hij verwacht dat als hij andere mensen niet blokkeert, hij zal worden gekwetst, zelfs zal worden vernietigd. Het systeem van muren blokkeert intimiteit en is ‘nonrelationeel’ [het blokkeert het hebben van een relatie], zelfs wanneer het kind schijnbaar wel een relatie lijkt te onderhouden met anderen door allerlei vormen van oppervlakkige hoffelijkheden.

Ik wil er hierbij op wijzen dat wanneer ik de term ‘grens’ gebruik, ik daarbij verwijs naar volwassen functioneel gebruik van de psychologische energieën waarmee we ons gevoel van ons ware zelf uitdrukken en beschermen in de relatie tot andere mensen. In deze functionele betekenis is iedere beoefening van onze grenzen goed. Grenzen functioneren als filters, waarbij ze alleen die dingen naar binnen en naar buiten doorlaten die goed zijn voor onze psychologische gezondheid, en de waarheid van wie wij zijn. Onze grenzen kunnen op twee manieren falen. Ofwel er zijn helemaal geen grenzen, waarbij de integriteit van het zelf wordt aangetast, of de grenzen zijn veranderd in muren die niets naar binnen of naar buiten doorlaten. Als er geen uitwisseling is is er geen relatie mogelijk. Als je dat begrijpt, begrijp je dat het hebben van een muur als grens ook falende grenzen zijn.

Anna
Site Admin
Berichten: 18449
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#15 Bericht door Anna » zo jul 03, 2011 4:57 pm

Een van de soorten muren die een kind ontwikkelt is een muur van angst. Het kind houdt dan afstand van anderen, omdat hij geleerd heeft dat dichtbijheid betekent dat hij gekwetst wordt. Hij heeft deze reactie van zijn ouders geleerd, die hem niet hebben beschermd tegen zijn omgeving, meestal door mishandeling door de ouder zelf, die bijvoorbeeld iemand is die af en toe in woede tekeergaat. Wanneer een kind een woedende ouder voor zich heeft, leert het kind dat hij gekwetst wordt als hij probeert dichtbij te komen. In een poging te overleven, begint hij afstand te nemen van de ouder – door niet te luisteren, niet te praten, uit de buurt te blijven. Het kind leert dat door te proberen een relatie te hebben hij het risico neemt vernietigd te worden.
Op het moment dat het onbeschermde kind leert muren als grenzen te hebben, leert hij ook grenzeloos gedrag. In het voorbeeld van de ouder die woedend tekeergaat leert het kind vertrouwd te raken met het uiten van woede en leert zo het grenzeloze gedrag aan van in woede tegen iemand tekeergaan. Dit kind zal twee disfunctionele grenzenmogelijkheden overnemen: hij zal zich afsluiten met muren en hij zal grenzeloos door het leven gaan, het voorbeeld van zijn ouders navolgend. Als hij zijn emoties ervaart, zal hij op een grenzeloze manier die emoties eruit gooien waarmee hij de grenzen van anderen overschrijdt. Hij is een ‘offender’ geworden die mensen afschrikt, waarbij hij zichzelf uitsluit van intimiteit met anderen op een manier die net zo effectief is als met zijn muur.

Laten we eens kijken naar de problemen bij de ontwikkeling van het kind met betrekking tot het authenticiteitkenmerk afhankelijkheid. In het begin is het kind afhankelijk van de zorg van zijn ouders. Daarna wordt de taak van de ouders het kind te leren hoe het voor zichzelf moet zorgen. Functionele, volwassen ouders zorgen voor die behoeften waarin het kind afhankelijk van hen is op een manier die het kind niet beschadigt. De ouder zal bijna onophoudelijk in de buurt van de baby of het heel jonge kind zijn en direct reageren wanneer het kind huilt. Hij of zij zal haar oppakken en uitzoeken waarom het kind huilt, of ze honger heeft, of ze het te warm heeft in de kleren die ze aan heeft enzovoort. De ouder zal hier direct iets aan doen zodat het kind zich prettig kan blijven voelen. Het idee dat het kind van deze directe onophoudelijke zorg krijgt is dat ze inherente waarde heeft [waardevol is van zichzelf]. Functionele, volwassen ouders zullen het kind als het groter wordt leren dit zelf te doen. Wanneer het kind in staat is om deze dingen voor zichzelf te doen staan de ouders deze verantwoordelijkheden af aan het kind, maar blijven wel een toezichthoudende rol vervullen. Het kind heeft geleerd voor zichzelf te zorgen en begrijpt ook dat het goed is om hulp aan andere mensen te vragen, dat er geen schaamte of schuldgevoel verbonden is aan het vragen om assistentie. De ouders leren het kind een heel belangrijk begrip, interdependentie, onderlinge afhankelijkheid, wat cruciaal is in volwassen relaties.

Als het kind ouder wordt zullen de ouders het kind vragen de zorg op zich te nemen voor bepaalde dingen, die het gezin betreffen, zoals de afwas doen of het gras maaien. Het kind leert dat het de verantwoordelijkheid heeft andere mensen relationeel te helpen. Dit is een vorm van interdependentie, onderling afhankelijk zijn. Daarmee leert het kind een diepgaande relationele vaardigheid. Haar volwassen ouders hebben haar geleerd dat ze inherente waarde heeft; dat ze de verantwoordelijkheid heeft voor zichzelf te zorgen, maar dat het ook goed is om hulp te vragen; en dat het ook bij haar verantwoordelijkheid hoort om anderen te helpen.
Met betrekking tot de verantwoordelijkheid hulpvaardig te zijn zal een volwassen ouder niet te veel van het kind vragen, zodat het kind niet het idee krijgt dat het haar taak is de zorg voor anderen op zich te nemen. Het kind leert anderen verantwoordelijk te laten zijn voor zichzelf, en neemt niet vrijwillig dingen van anderen over die zij zelf zouden moeten doen.

Ouders die onvolwassen (disfunctioneel) zijn met betrekking tot de afhankelijkheid van het kind, keren hun kind de rug toe door geen, of minimale zorg te hebben voor het kind. Ze worden misschien opgeslokt door hun eigen beslommeringen, de zaak, stress, sporten, roddels, sex, of een verslaving aan alcohol of drugs. De behoeften van het kind worden dan verwaarloosd. Het kind heeft hulp nodig, maar krijgt die niet, of heel weinig.
Het kind zal dan leren dat het een zorgende relatie niet waard is. De schuld ligt niet bij het kind maar bij de ouder, maar omdat het de aard van kinderen is zelf-gecenterd te zijn [alles op zichzelf te betrekken], zal het kind de verwaarlozing van de ouder zien als teken dat zij iets fout heeft gedaan. Het kind denkt dat er iets aan haar mankeert omdat er niet goed voor haar gezorgd wordt. Het is merkwaardig dat het kind door zichzelf de schuld te geven voor de verwaarlozing, zij daarmee de illusie van controle krijgt en zo haar eigen angst verlicht.
Het kind ontwikkelt niet alleen het idee dat er iets helemaal mis is met haar, maar ervaart ook pijn en angst, wat haar leert dat ze niet in staat is voor zichzelf te zorgen. Ze komt in de volwassen wereld terecht met het geloof in een leugen, die haar overdreven afhankelijk maakt. Ze zal op zoek gaan naar anderen om voor haar te zorgen.
Aan de mensen waar ze een relatie mee wil hebben zal ze zich voordoen als een behoeftig iemand, op dezelfde manier als haar behoeftigheid naar een kind. Aangezien de andere volwassenen waarschijnlijk op zoek zijn naar relaties met andere volwassenen, zal ze gedoemd zijn iedereen teleur te stellen die wil dat ze iemand is die voor zichzelf kan zorgen. Haar partners zullen haar kwalijk nemen dat ze voor haar moeten zorgen en zullen afstand van haar nemen. Dat zal haar idee versterken dat er iets mis is met haar – dat ze niet voldoet als mens.

Iets anders wat onvolwassen ouders doen in verband met afhankelijkheid is voor het kind zorgen terwijl hun verborgen motief is het kind te laten zorgen voor hen. Wat het kind relationeel leert van op deze manier gebruikt worden is dat het haar plicht is voor andere mensen te zorgen. Het moeten zorgen voor de ouders zuigt haar energie weg en vermindert haar vermogen om haar eigen behoeften te vervullen.
Bijvoorbeeld, een moeder die door haar echtgenoot in de steek is gelaten en die haar dochter vraagt de jongere kinderen op te voeden. De moeder heeft tijd nodig om een leven op te bouwen in de wereld en om voor haar eigen behoeften te zorgen. Als de dochter haar energie steekt in het vervullen van de rol van moeder voor haar broertjes en zusjes en emotionele steun aan haar moeder, is ze uitgeput en haar kinderenergie ontnomen. Ze leert dat in relatie tot een ander iemand zijn uitputtend is. Ze heeft geen tijd om met haar eigen besognes bezig te zijn.

Zulke mensen komen in de volwassen wereld met een armoedig beeld van wat zelfzorg is, omdat ze geleerd hebben dat ze geen recht hebben anderen te vragen voor hun behoeften te zorgen. Ze worden ‘antidependent’. Ze zullen misschien zorg dragen voor sommige van hun eigen behoeften en wensen, maar hun focus zal gericht zijn op de behoeften van anderen. Ze zullen verzorgers worden die hun eigen behoeften verwaarlozen.

Gesloten